5.2 PLAATSEN EN SNIJDEN VAN VOEDINGSMIDDELEN
WAARSCHUWING: Te snijden producten mogen al-
leen op de snijplank worden geplaatst als de draai-
knop in de stand "0" staat. Let goed op het mes en
de scherpe randen.
De procedure is als volgt:
• zodra het product op de snijplank is geplaatst en
tegen de plaat is geplaatst, stopt u het met de arm
met aanvatpunten;
• gebruik de draaiknop om de gewenste snijdikte in
te stellen;
• om ongelukken te voorkomen moet de persoon
die snijdt correct en recht voor de machine staan:
plaats de rechterhand op de vleesaandrukker, en
daarna de linkerhand naast de defl ector (raak het
mes niet aan); het lichaam moet loodrecht op het
werkoppervlak staan (zie FIG. nr. 3a). WAARSCHU-
WING: besteed veel aandacht aan: er mogen geen
NL
38
FIG. nr. 3a – Juiste positie
onderdelen van uw lichaam in contact komen met
het mes (zie FIG. nr. 3b);
• druk op de inschakelknop "I";
• druk de slede (snijplank + vleesaandrukker + steel)
soepel richting het mes zonder met de vleesaan-
drukker druk uit te oefenen op de levensmiddelen,
omdat deze door de zwaartekracht druk uitoefenen
op de diktemeter. Het mes snijdt voedingsmiddelen
eenvoudig door en plakjes worden door de defl ector
naar de opvangplaat geleid (zie FIG. nr. 11);
• gebruik de snijmachine niet zonder voedingsmiddelen;
• zet de draaiknop, zodra de voedingsmiddelen zijn
gesneden, in de stand "0" en schakel de machine
uit door de schakelaar in de stand "0" te zetten;
• slijp het mes als de plakjes een ruw of rafelig op-
pervlak hebben en het snijden moeilijk wordt (zie
5.3).
FIG. nr. 3b – Slechte positie
FIG. nr. 4 – Vlees snijden