(*) Opmerking: Naast de in de vorige tabel vermelde specifi eke defecten, moet de
noodprocedure, waarbij de verdelers handmatig worden bediend en de handpomp wordt
gebruikt, ook worden gebruikt in geval van algemene defecten van de elektrische - en/
of hydraulische installatie en/of van de motor van het voertuig. In deze gevallen zou het
kunnen zijn dat er geen enkele signalering op de bedieningspanelen is.
Gevaar: Het is verboden welke handeling dan ook te verrichten met een defecte
elektrische installatie en werkende motor.
Let op: Raak, bij het bedienen van de elektromagnetische kleppen, alleen de
delen van plastic aan of gebruik handschoenen of een doek ter bescherming van
de handen, aangezien de metalen delen, afhankelijk van de gebruikstijd en de
omgevingstemperatuur, wgiek zouden kunnen zijn.
Gevaar: Breng, na klaar te zijn met de noodmanoeuvres, de apparaten,
uitgezonderd de elektromagnetische kleppen, weer terug in de oorspronkelijke positie
en wendt u zich tot een geautoriseerd servicecentrum om het defect te verhelpen.
5.3.1. Noodhandpomp
Dit apparaat garandeert de beweging van de Machine in geval van een defecte motor van het
voertuig, van de elektrische installatie of van een breuk van de aftakas/hoofdpomp.
A
Handpomp
wordt bediend met de bijgeleverde hendel en opgeborgen in het speciale
gereedschapvakje.
Om de bewegingen uit te voeren waarmee u de Machine in de ruststand zet, moet u de
handpomp gebruiken, na eerst de elektromagnetische kleppen van de hydraulische groep voor
de veiligheidsfuncties (zie par. 3.2.5.2) te hebben bediend en u vanaf de verdeelschuiven in de
werkplatform of de koepel de hendels van de gewenste beweging ingeschakeld heeft gelaten.
Fig. 22.
Noodhandpomp
A
5.3.2. Noodprocedure voor het bewegen van de bovenbouw
5.3.2.1. Volgorde van de uit te voeren manoeuvres
Gevaar: bij machines met een momentbegrenzer moet u nauwkeurig de hierna
beschreven procedure uitvoeren om de bovenbouw in de transportconfi guratie te
brengen. Tijdens de nooddaling met handpomp wordt de momentbegrenzer namelijk
gepasseerd en zal het besturingssysteem geen enkele bewaking bieden. In geval
van een verkeerde sequentie van de manoeuvres bestaat dus het gevaar van
kanteling.
De volgorden die u moet volgen en aanhouden is de volgende:
1. volledige intrekking van de telescopische giek;
2. rotatie van de koepel naar de ondersteuning van de giek tot uitlijning ervan met de
ondersteuning zelf; in het bijzonder bij machines met meer werkgebieden binnen de 360°
83
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso