4.4.
STABILISATIE
4.4.1. Algemene informatie
Na de procedure vermeld in par. 4.2 en 4.3 naar behoren uitgevoerd te hebben, kan worden
overgegaan tot de stabilisatie van de Machine.
De stabilisatie kan, onafhankelijk van de eerder gekozen confi guratie, op twee manieren
worden uitgevoerd:
•
Handmatige stabilisatie van de verdeelschuif aangebracht op de rechterzijde van de Machine
•
Automatische stabilisatie van het bedieningspaneel in de werkplatform (optioneel)
4.4.2. Handmatige stabilisatie
Opmerking: Houd de Machine tijdens de stabilisatieprocedure zo veel mogelijk
genivelleerd, zodat overmatige torsie van het chassis wordt voorkomen. Om de
Machine correct te stabiliseren moeten de stabilisatoren worden uitgeschoven
totdat de wielen helemaal los komen van het terrein.
•
Het bedieningspaneel van de stabilisatoren is aan de rechterkant van de Machine geplaatst.
•
Via de kenplaatjes kunt u de bewegingen identifi ceren.
•
Om eender welke stabilisator te bedienen moet de keuzeschakelaar
"Stabilisatoren" gezet worden en de verdeelschuif bediend worden.
•
De stabilisatoren kunnen afzonderlijk bediend worden om de Machine altijd perfect
horizontaal te kunnen positioneren.
Fig. 14.
Collimator
JA
•
Om de Machine juist te kunnen stabiliseren, moeten de stabilisatoren omlaag bewogen
worden tot de wielen van het chassis-cabine vrij van de grond staan.
Gevaar: Bij een gestabiliseerde Machine is het altijd streng verboden:
- de parkeerrem uit te schakelen
- in de versnelling te zetten
Dit verbod dient om het volgende restrisico weg te nemen:
als de wielen niet helemaal zijn opgeheven (geen correcte stabilisatie) kan
het in de versnelling zetten een afwijkend en oncontroleerbaar gedrag van de
constructie veroorzaken, vooral wanneer de giek niet in zijn rustpositie staat,
met ernstige beschadigingsrisico's voor de Machine en ernstig gevaar voor de
personen die zich in het werkgebied van de Machine bevinden.
4.4.3.
Volgorde van de bewerkingen voor een juiste stabilisatie
Stabilisatieprocedure (stabilisatoren R-A, A-A, H-H):
1. Steek de sleutel in de keuzeschakelaar
aan de rechterkant van de Machine en draai hem op het symbool "Stabilisatoren".
2. Laat de stabilisatoren vooraan (rechts en links) zakken d.m.v. de hendels
ze op een afstand van enkele cm van de grond staan.
3. Laat de achterste stabilisatoren (rechts en links) zakken met behulp van de hendels
B2
en
tot ze ook op enkele cm van de grond staan.
4. Herhaal achtereenvolgend de punten 2 en 3 tot het gaan branden van het groene
NEE
A1
op het bedieningspaneel van de stabilisatoren
63
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso
A1
op het symbool
B3
B4
en
tot
B1