4.5.
BEWEGINGEN VAN DE BOVENBOUW
Na de juiste stabilisatie van de Machine volgens de instructies die vermeld zijn in par. 4.4.1 te
hebben uitgevoerd mag u de bovenbouw bewegen.
4.5.1. Selectie van het bedieningspaneel
Keuzeprocedure:
•
De activering van de gekozen bedieningspost geschiedt met sleutelschakelaar
bedieningspost op de grond.
•
De vrijgave van het vooraf gekozen bedieningspaneel gebeurt door de sleutelschakelaar
in de gewenste positie te zetten: in het midden om commando's te geven vanuit de
werkplatform; naar links om commando's te geven vanaf de grond. De grondpost mag
alleen voor noodmanoeuvres worden gebruikt.
Opmerking: De schakelaar is met twee gelijke sleutels geleverd, één van de
sleutels moet worden bewaard in het opbergkastje in de stuurcabine.
•
Onder normale omstandigheden bedient de bediener de schakelaar voor het
manoeuvreren van de werkplatform en, alvorens de grondpost te verlaten, moet hij de
sleutel uit schakelaar
Opmerking: De noodstopknoppen zijn altijd actief op beide posten, onafhankelijk
van de gekozen post.
Gevaar: Tijdens de nullastproeven, nadat een periodieke onderhoudsbeurt of
na lange inactiviteit van de uitrusting en verder alleen in gevallen van dringende
noodzaak, moet de bedieningspost op de grond worden gebruikt, waarbij er geen
medewerker in de werkplatform mag zijn.
4.5.2. Noodstop
Opmerking: Op beide posten is een noodstopknop aanwezig voor een noodstop.
De knoppen zijn beide altijd actief onafhankelijk van de gekozen bedieningspost en,
wanneer ingedrukt, snijden zij de elektrische stroom af en zetten de motor van het
voertuig uit.
Gebruik de noodstopknop in geval van gevaar, nood, afwijkend gedrag van de Machine
(bijvoorbeeld bewegingen die niet overeenkomen met de gekozen commando's) of meer in
het algemeen wanneer men de indruk heeft iets niet onder controle te hebben. Let op:
Let op: In geval van een noodstop vanwege afwijkende gedragingen en vooral
afwijkende bewegingen van de Machine, niet de motor opnieuw opstarten noch
de paddenstoelvormige noodstopknop vrijgeven alvorens het probleem te hebben
opgelost (neem contact op met de Assistentiedienst de Fabrikant).
4.6.
VOORZICHTIGHEIDSMAATREGELEN EN
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
Om goed te werken moet het systeem volgens de onderstaande procedure worden bediend:
4.6.1. Vanuit het grondbedieningspaneel
Om de bewegingen uit te voeren moet u de hendel voor de verkozen manoeuvre gebruiken.
Gebruik tijdens het starten en stoppen de hendel gelijkmatig voor een gelijkmatige beweging.
A1
halen.
67
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso
A1
op de