Mocht men constateren dat er een bevestigingselement ontbreekt of is beschadigd, dan moeten
de oorzaken worden achterhaald en de delen moeten meteen weer in de oorspronkelijke
toestand worden gebracht door een Servicecentrum de Fabrikant.
Voor wat betreft de reiniging en de smering:
•
Vermijd het gebruik van chemische en/of aggresieve reinigingsmiddelen; spuit geen
water onder hoge druk en/of stoom rechtstreeks tussen de glijoppervlakken.
•
Vet de scharnierpunten in die zijn voorzien van vetnippels.
•
Breng de smeerolie aan tussen de contactpunten van de scharnieren zonder vetnippels,
tenzij ze zijn uitgerust met plactic moffen.
Controleer of de schroefverbindingen goed vast zitten zoals is bepaald in "Tab. 12.
Aanspanmomenten van schroefverbindingen".
6.3.9.4. Plastic moffen
Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. "6.3.6 Tabel
periodieke inspecties".
•
Reinig regelmatig zonder chemische en/of agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken;
spuit geen water onder hoge druk en/of stoom rechtstreeks tussen de glijoppervlakken.
•
Niet invetten of smeren.
•
Niet lakken.
6.3.9.5. Stabilisatoren
Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. "6.3.6 Tabel
periodieke inspecties".
Verifi eer verder dat:
•
De beweging van de dwarstukken vloeiend is, zonder belemmeringen en zonder dat ze
vreemde geluiden produceren
•
De glijblokken en de glijoppervlakken niet overmatig zijn versleten
•
De beweging naar boven van het hefcilinder wanneer de plaat het terrein (verplaatsing
naar boven van circa 5 mm) raakt, regelmatig verloopt
•
Wanneer de microschakelaars op de bladveren van de achterwielen vrij zijn, moeten de
wielen volledig van het terrein zijn losgekomen.
Voor wat betreft de reiniging en de smering:
•
Reinig de glijoppervlakken van de dwarsstukken, de voorzijde en de
bevestigingsschijven van de naderingsschakelaars en het scharnierpunt van de
steunplaat op het terrein, gebruik geen chemische en/of agressieve reinigingsmiddelen;
spuit geen water onder hoge druk en/of stoom rechtstreeks tussen de glijoppervlakken.
•
Vet de glijoppervlakken van de dwarsstukken in en voer een reeks intrek- en
uitschuifbewegingen uit om het vet te verspreiden; herhaal de handeling zo nodig.
•
Vet het scharnierpunt van de steunplaat op het terrein in.
Controleer of de schroefverbindingen goed vast zitten zoals is bepaald in "Tab. 12.
Aanspanmomenten van schroefverbindingen".
6.3.9.6. Telescopische giek
Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. "6.3.6 Tabel
periodieke inspecties".
Verifi eer verder dat:
•
De beweging van de dwarstukken vloeiend is, zonder belemmeringen en zonder dat ze
vreemde geluiden produceren
•
De bewegingen van de extensiekettingen, de intrekkettingen, de katrollen, en de
draagkettingen voor pijpleidingen in de giek vloeiend zijn en zonder belemmeringen.
•
Alle onderdelen (glijoppervlakken, glijblokken, kabels voor het uitstrekken, kettingen voor het
intrekken, blokschijven en katrollen, pennen en spanbouten) intact zijn, goed bevestigd en niet
111
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso