6.3.9.15. Handpomp voor nooddaling
Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. "6.3.6 Tabel
periodieke inspecties".
•
Vet de zuiger en de scharnieren in
•
Voer een functietest van nooddaling uit zoals beschreven in hoofdstuk 5
Fig. 38.
Handpomp
6.3.9.16. Elektrische installatie
Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. "6.3.6 Tabel
periodieke inspecties".
Let op: Alvorens de elektronische besturingskaarten aan te sluiten of af te
sluiten, moet eerst de voedingsspanning van het systeem worden weggenomen.
De voedingsspanning kan alleen worden geactiveerd wanneer alle elektronische
besturingskaarten correct zijn verbonden. Voed in geen geval de kaarten met externe
spanning.
Verifi eer in het algemeen dat:
•
alle elektrische onderdelen schoon en in tact zijn en in een goede staat verkeren;
•
correct zijn vastgemaakt en, waar nodig, voldoende bewegingsruimte hebben;
•
de bedieningspanelen en de kabelkasten geen tekenen van condens vertonen;
•
de elektrische aansluitingen goed vast zitten en geen tekenen van oxydatie en/of
corrosie vertonen;
•
de connectoren goed zijn ingestoken;
•
de bedieningspanelen correct werken, te beginnen met de noodstopknop en vervolgens
de controlelampjes, akoestische signaleringen, knoppen enz.;
•
controleer de werking van alle sensoren, zoals al benadrukt in par. "6.3.9.1. Dagelijkse
verifi caties". In het bijzonder moeten voor alle sensoren met bewegende delen de
perfecte glijbaarheid van de mobiele delen worden geverifi eerd;
•
reinig zo nodig de delen door aanslag of vuil te verwijderen.
Let op: Spuit geen water onder hoge druk en/of stoom rechtstreeks op de
elektrische delen.
120
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso