Inhoud Hoofdstuk 1. Algemene informatie 1.1. VERSTREKTE DOCUMENTATIE 1.2. GEGEVENS HANDLEIDING 1.2.1. Bestemd voor 1.3. EIGENDOM VAN DE INFORMATIE 1.4. CONVENTIES 1.4.1. Terminologische conventies 1.4.2. Typografi sche conventies 1.5. IDENTIFICATIEGEGEVENS VAN DE FABRIKANT 1.6. IDENTIFICATIEGEGEVENS VAN DE MACHINE 1.7. EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING 1.8.
Pagina 4
Hoofdstuk 4. Gebruiksinstructies 4.1. KWALIFICATIE VAN DE BEDIENER 4.2. VOORBEREIDENDE HANDELINGEN 4.2.1. Controle van het karakter en de condities van het terrein voor de stabilisatie van de Machine 4.2.2. Invloed van de wind 4.3. INSCHAKELING/UITSCHAKELING AFTAKAS/POMP VAN DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE 4.3.1.
Pagina 5
5.3. NOODPROCEDURES NA CONSTATERING DOOR CONTROLESYSTEEM VAN EEN DEFECT DAT TOT EEN BLOKKERING VAN DE MACHINE LEIDT - DALING MET HANDPOMP 5.3.1. Noodhandpomp 5.3.2. Noodprocedure voor het bewegen van de bovenbouw 5.3.3. Noodprocedure voor het intrekken van de stabilisatoren Hoofdstuk 6. Onderhoud 6.1.
In sommige gevallen moet de eindinstallateur kritische structurele onderdelen lassen. 1.2. GEGEVENS HANDLEIDING Model: PT140-PT160-PT200 Editie: 1.0 Revisie: 2.0 Opmerking: Enkele afbeeldingen zouden niet specifi ek de uitrusting kunnen zijn die de cliënt heeft, maar ze geven de noodzakelijke aanwijzingen voor het doel waarvoor ze zijn aangebracht.
Let op: Eén hoofdstuk is specifi ek bestemd voor de montage- en demontagemedewerkers, omdat deze werkzaamheden in de fabriek zullen worden uitgevoerd. Opmerking: Voor informatie over de chassis-cabine verwijzen we naar de handleiding hiervan. 1.3. EIGENDOM VAN DE INFORMATIE Dit document bevat vertrouwelijke eigendomsinformatie. Alle rechten worden voorbehouden. Deze handleiding mag niet worden gereproduceerd, geheel noch gedeeltelijk, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming de Fabrikant.
1.9.1. Verzoek tot assistentie-ingrepen en reparaties Assistentie- en Reparatiedienst Voor een verzoek tot de gespecialiseerde technische medewerkers kan de cliënt zich rechtstreeks wenden tot de Assistentie- en Reparatiedienst: ISOLI S.p.A. Via Boschi, 44 35014 Fontaniva - (PD) - Italië e-mail: isoli@isoli.com Tel.
1.10. GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING Opmerking: Bewaar deze handleiding op een toegankelijke plaats die de gebruikers (bedieners en onderhoudsmedewerker) kennen. Lees aandachtig "Hoofdstuk 1. Algemene informatie", "Hoofdstuk 2. Informatie over de veiligheid", "Hoofdstuk 3. Beschrijving van de Machine en prestaties", "Hoofdstuk 4. Gebruiksinstructies", "Hoofdstuk 5.
1.11. GEBRUIKSBESTEMMING EN NIET BEOOGDE TOEPASSINGEN 1.11.1. Gebruiksbestemming De Machine, die bestaat uit een voertuigchassis met cabine en de uitrusting voor werkzaamheden boven de grond, die er een integraal onderdeel van is, is gebouwd om te worden gebruikt voor de opheffi ng van personen en werkgereedschappen in overeenstemming met de bepalingen van par.
Hoofdstuk 2. Informatie over de veiligheid 2.1. VEILIGHEIDSCRITERIA Bij het ontwerpen van de constructie van deze Machine zijn normen en maatregelen getroffen om aan de essentiële veiligheidseisen te voldoen die de wetgeving heeft bepaald, de bepalingen zijn: In Italië: Richtlijn 2006/42/EG “Machines” NEN-EN 60204-1 Elektrische uitrusting van machines NEN-EN 280- Ontwerpberekeningen - Stabiliteitscriteria - Constructie - Veiligheid - Inspecties en beproevingen.
2.3.2. Waarschuwingssignalen, Gebodssignalen, Signaalen m.b.t. gevaar, Identifi catieplaatjes en Instructieplaatjes. Opmerking: De op de Machine aangebrachte plaatjes zijn een hulpmiddel voor de bediener en/of melden eventuele risico’s waaraan de bediener is blootgesteld tijdens het gebruik van de Machine. De plaatjes vervangen overigens in geen geval de handleiding, die het enige verwijzingsdocument blijft die alle informatie bevat.
2.3.3. Betekenis van de symbolen en signaleringen Let op/Gevaar. Dit symbool geeft aan aandacht te besteden aan een gevaar of geeft de aanwezigheid aan van een gevaar, niet-naleving ervan kan leiden tot schade aan de Machine of aan de bediener of aan blootgestelde personen. Let op.
Pagina 19
Gevaar. Dit symbool geeft gevaar aan op letsel aan gieken door bewegende delen. Let er op uw handen niet te steken in openingen met scherpe randen of tussen bewegende delen. Gevaar. Dit symbool geeft gevaar op vallen of uitglijden aan. Let goed op wanneer u het werkplatform en/of de vloer betreedt of verlaat.
2.4. ALGEMENE BEPALINGEN Opmerking: Door inachtneming van de normen en het oplettend gebruik van de veiligheidsinrichtingen kan de bediener productief zijn zonder het risico te lopen op het toebrengen van schade aan zichzelf of aan derden. Let op: Het is verboden de Machine te gebruiken in een potentieel explosieve omgeving.
2.5. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN EN VOORZORGSMAATREGELEN Lees deze handleiding aandachtig alvorens te beginnen met het opstarten, het gebruik, het onderhoud of andere handelingen aan de Machine. Vóór elk gebruik moeten de Machine en de bijbehorende apparaten worden gecontroleerd op doelmatigheid. Het is essentieel dat de Machine altijd in perfecte staat wordt gehouden door zich te houden aan het onderhoudsprogramma in "Hoofdstuk 6.
2.6. VOORZORGSMAATREGELEN VÓÓR HET WERK Voer de dagelijkse verifi caties uit zoals voorgeschreven in “6.3.9.1 Dagelijkse verifi caties”. Stabiliseer altijd correct de Machine alvorens met het bedienen te beginnen, kies hiertoe de locatie van het voertuig, deze moet vlak, compact zijn en niet verzakken (zie "Hoofdstuk 4. Gebruiksinstructies").
2.7. VOORZORGSMAATREGELEN TIJDENS HET WERK Zorg er altijd voor dat er geen personen of dieren in het werkbereik van de Machine aanwezig zijn alvorens met het werk te beginnen. Geen enkel persoon of ander soort van belasting mag zich in de stuurcabine bevinden van het voertuig om het chassis van het voertuig niet te overbelasten en om niet de stabiliteit van de Machine in gevaar te brengen.
Pagina 24
Het is verboden aan het werkplatform borden of spandoeken vast te maken of andere objecten die het aan de wind blootgestelde oppervlak doen vergroten. Alle manoeuvres nodig om de plek waar gewerkt moet worden te bereiken, moeten door de bediener worden uitgevoerd die zich op het werkplatform bevindt. Manoeuvres vanaf de grond zijn alleen in noodgevallen toegestaan.
Het is verboden het werkplatform te overbelasten. Het laadvermogen van het werkplatform is de bedrijfsbelasting waarvoor de Machine is ontworpen, het omvat het gewicht van de bediener en van het specifi eke gereedschap voor het werk (zie “Hoofdstuk 3. Beschrijving van de Machine en prestaties”). Ga nooit met uw lichaam, ledematen of vingers in de gelede openingen van niet gecontroleerde delen van de machine en zonder de juiste bescherming, tenzij deze op veilige wijze zijn geblokkeerd.
2.9. VEILIGHEIDSNORMEN TIJDENS HET ONDERHOUD Al het onderhoud dat niet in de handleiding staat vermeld moet door personen worden uitgevoerd die zijn geautoriseerd door de Fabrikant. Voer de smering van de Machine met de juiste middelen uit, zodat er in alle veiligheid kan worden gewerkt.
Pagina 27
komen. Gebruik, om eventuele lekkages op te zoeken, een stuk karton of hout. Doe het niet met de handen! Als de vloeistof in contact komt met de huid, ga da onmiddellijk naar een arts. Als er niet onmiddellijk medisch wordt ingegrepen, kunnen zich ernstige infecties of dermatose voordoen.
2.10. RESTRISICO’S EN DE VOORZORGSMAATREGELEN De lijst met restrisico’s is ingedeeld op basis van de werkfasen voor een gemakkelijke afl ezing en een snellere bepaling van de risico’s. Overigens worden sommige risico’s die in meerdere fasen kunnen voorkomen, kortheidshalve, in slechts één vermeld (voorbeeld: als men tijdens het onderhoud bewegingen aan de Machine uitvoert, worden alle risico’s vermeld die verbonden zijn aan de beweging van de Machine).
Pagina 29
STABILISATIE HANDELING RISICO'S VOORZORGSMAATREGELEN REF. Verlaging van de * Blijf op voldoende afstand. stabilisatoren en/of van de * Controleer of er geen personen * Pletting. wielen van het voertuig op in de nabijheid van de Machine zijn poten. zijn. * Verifi eer het karakter van het terrein (let op het effect van de Stabilisatie op niet voldoende * Het kantelen van de...
ATMOSFERISCHE OMSTANDIGHEDEN EN WERKOMGEVING Het gebruik in een explosieve * Explosie. * Gebruik de Machine niet. omgeving. GEBRUIK HANDELING RISICO'S VOORZORGSMAATREGELEN REF. * Overbelasting van het chassis van het voertuig en/of Personen en/of belasting in de * Geen extra belasting in van het werkplatform.
Pagina 31
GEBRUIK HANDELING RISICO'S VOORZORGSMAATREGELEN REF. Het bereiken van extreme * Gevaarlijke schommelingen * Matig de snelheid wanneer confi guraties van het voor de bedieners. u zich bij de grenzen van het werkgebied bij hoge * Belasting van de werkgebied bevindt. snelheden.
BIJ DEFECTEN EN/OF NOOD HANDELING RISICO'S VOORZORGSMAATREGELEN REF. Afwijkende en/of onsamenhangende * Botsingen van de * Druk op de noodstopknop. bewegingen van de werkplatform en/of van de * Start de Machine niet Machine (te wijten aan een constructie van de Machine opnieuw op voordat het slechte werking van de tegen obstakels in de lucht of...
Pagina 33
ONDERHOUD HANDELING RISICO'S VOORZORGSMAATREGELEN REF. * Belasting van de Onderhoud uitgevoerd constructie. * Gekwalifi ceerde door medewerkers die * Ongevallen die kunnen medewerkers die voldoende onvoldoende geïnstrueerd leiden tot ernstig letsel en/of zijn geïnstrueerd en opgeleid. zijn. de dood van bedieners en/of van derden.
Hoofdstuk 3. Beschrijving van de Machine en prestaties 3.1. CONSTRUCTIE VAN DE APPARATUUR In deze sectie worden de voornaamste elementen van de apparatuur en hun functie beschreven. Fig. 5. Algemeen overzicht van de apparatuur (PT... met stabilisatoren R-A) Fig. 6. Algemeen overzicht van de apparatuur (PT...
TELESCOPISCHE GIEK De telescopische giek bestaat uit een basisgiek en een verlengstuk voor de PT140 en twee verlengstukken voor de PT160 en PT200; het uitschuiven vindt plaats via een dubbelwerkende hydraulische hefcilinder met blokkeerklep en uitbalancering en een systeem met kettingen voor de proportionele uitschuiving voor de versie met giek met twee verlengstukken.
3.2. INTERFACE BEDIENER 3.2.1. Controlelampjes in de stuurcabine Cabstar / Maxity Euro 5+ FIAT DUCATO-PEUGEOT BOXER OPEL MOVANO Tab. 2. Controlelampjes in de stuurcabine Symbool Identifi catie Gestuurde functies Rood controlelampje Aftakas ingeschakeld Rood controlelampje Machine (giek of stabilsatoren) niet in transportconfi...
Pagina 38
Opzettelijk blanco gelaten pagina FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
3.2.2. Bedieningspaneel op de grond Bedieningspaneel voor de selectie van de bedieningsposten - Secundaire noodpost Bedieningspaneel - PT160-PT200 PT140 Basis PT140 met momentbegrenzer Tab. 3. Bedieningspaneel op de grond Symbool Identifi catie Gestuurde functies Positie naar links gedraaid: bedieningspaneel op de grond geactiveerd...
Naar links: snelheidsselectie en -regeling, koepel rechtsom draaien Indrukken en ingedrukt houden: antibotsingsvoorziening deactiveren Knop (op de PT140 Basis is het alleen als optional voorzien) Rood Interventie van het antibotsingsvoorziening controlelampje aan Rood Melding Machine niet in transportconfi guratie...
3.2.3. Hendels voor de bediening van de stabilisatoren Bedieningspaneel - Bedieningspaneel - Versie met stabilisatoren vóór met horizontale extensie Tab. 4. Hendels voor de bediening van de stabilisatoren Symbool Identifi catie Gestuurde functies Hydraulische Naar onderen: achterste stabilisator rechts uitschuiven bedieningshendel Naar boven: achterste stabilisator rechts intrekken Hydraulische...
Gevaar: De correctie van de waterpasstelling met de hendel moet worden beschouwd als een noodmanoeuvre (zie par. “5.1.1. PROCEDURE VOOR HET OPNIEUW WATERPAS ZETTEN VAN DE WERKPLATFORM”) en moet daarom met de grootst mogelijke voorzorg worden uitgevoerd. Opmerking: De noodstopknop snijdt de elektrische voeding van de Machine af en schakelt de motor van het voertuig uit.
PT160 en PT200 en afhankelijk van de confi guratie op de klep PT140. Om in noodgeval de bovenbouw weer in de transportconfi guratie te zetten met de behulp van de handpomp, de meegeleverde noodafsluiters op de elektromagnetische klep aanbrengen en de gekartelde knop tot op het einde van zijn slag aandraaien.
3.3. VEILIGHEIDSINRICHTINGEN Let op: Verifi eer altijd de goede werking van de veiligheidsinrichtingen: Tijdens zijn werkzaamheden moet de bediener in staat zijn elk mogelijk gevaar te beoordelen, herkennen en vermijden en onmiddellijk een eventuele slechte werking melden aan de verantwoordelijke personen, opdat de nodige ingrepen worden verricht en de oorspronkelijke veiligheids- en betrouwbaarheidscondities worden hersteld.
Pagina 47
Bij machines met meer werkgebieden binnen de 360°, is ook de koepelrotatiemanoeuvre onmogelijk gemaakt. Antibotsvoorzieningen bovenbouw/stuurcabine PT140 Basis: is niet uitgerust met een antibotsingsvoorziening tussen de bovenbouw en de stuurcabine. Het is beschikbaar als -Microschakelaar optional en bestaat uit twee microschakelaars aangebracht op de -Microschakelaar koepel (één aan de binnen- en één aan de buitenkant).
Pagina 48
Een momentbegrenzer (standaard voor de PT160 en PT200 -2 dubbele druksensoren en afhankelijk van de confi guratie, op de PT140), beperkt, afhankelijk van de belasting in werkplatform, de bewegingen -Hoeksensor van de giek binnen het werkgebied (blokkering van de...
Pagina 49
Let op: op de standaardversies van de in deze handleiding beschreven machines ontbreekt de voorziening voor de controle van de belasting in de werkplatform volgens de wijzen en beperkingen uiteengezet in de UNI-EN280-norm. Het ontbreken van een dergelijke voorziening zal de bediener op generlei wijze machtigen om de toelaatbare belasting van de werkplatform te overschrijden, maar zal hem daarentegen extra verantwoordelijk maken om te verifi...
Pagina 50
Fig. 9.1 Veiligheidsinrichtingen FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
Pagina 51
Fig. 9.2 Veiligheidsinrichtingen op de stabilisatoren R-A (vóór omkeerbaar, achter schuin) Fig. 9.3 Veiligheidsinrichtingen op de stabilisatoren A-A (vóór en achter schuin) Fig. 9.4 Veiligheidsinrichtingen op de stabilisatoren H-H (vóór en achter verticaal) FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
Pagina 52
Fig. 9.5 Veiligheidsinrichtingen op de stabilisatoren HE-H (vóór verticaal met extensie dwarsstukken, en achter verticaal) Opmerkingen: De Fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele schade aan personen, dieren of dingen door niet-naleving van de voorgeschreven voorzorgsmaatregelen, van de verwijdering van veiligheidsvoorzieningen of door het niet gebruiken van de voorgeschreven individuele veiligheidsvoorzieningen.
3.4. PRESTATIES 3.4.1. Technische gegevens Model en installatie Model PT200 Type voertuigchassis NISSAN CABSTAR - RENAULT MAXITY Afmetingen en gewicht in transportconfi guratie (de waarden gelden als zijnde bij benadering) Lengte 7205 mm Hoogte 2940 mm Breedte 2100 mm Wielbasis 3400 mm Maximaal toegestaan gewicht van het voertuig 3500 kg...
Pagina 54
Werkplatform Standaard Van aluminium 1390x715x1115 mm Optioneel Van aluminium 1300x710x1115 mm Optioneel Van aluminium 1250x710x1115 mm Optioneel Van glasvezel 1200x700x1150 mm Optioneel Van glasvezel 1150x750x1115 mm Toegelaten last 250 kg Toegestane maximumaantal personen in 2 => (2 x 80 = 160 kg) werkplatform Rotatie 90°...
Hoofdstuk 4. Gebruiksinstructies Opmerking: Alle referenties van knoppen, schakelaars enz. aanwezig op de diverse bedieningspanelen zijn in overeenstemming met wat is aangegeven in par. “3.2. INTERFACE BEDIENER”. Daarom verwijzen we naar dit hoofdstuk voor de afzonderlijke beschrijvingen. 4.1. KWALIFICATIE VAN DE BEDIENER De apparatuur mag uitsluitend door voldoende opgeleide, geïnformeerde en voor het gebruiken van de Machine getrainde medewerkers worden gebruikt, en zij moeten de informatie in deze handleiding hebben bestudeerd en begrepen.
4.2.1.1. Geschiktheid van het terrein tegen wegglijdgevaar van de gestabiliseerde Machine Een zeer belangrijk vereiste voor het terrein, naast dat wat is benadrukt in de andere punten van par. 4.2.1, is dat de Machine niet wegglijdt als dit eenmaal is gestabiliseerd. Twee factoren kunnen het gevaar op wegglijden doen vergroten: •...
4.2.1.2. Toegestane druk van de grond Alvorens te beginnen te werken met de Machine, zou het nodig kunnen zijn de condities van de grond te bepalen, zoals het draagvermogen en stevigheid door gebruik te maken van geschikte controlesystemen (doe zo nodig bodemonderzoek met gebruik van de juiste instrumenten).
Pagina 60
Toegelaten druk afhankelijk van de grondsoort (uittreksel van DIN 1054) GRONDSOORT daN/cm² Opgehoogde grond, op niet kunstmatige wijze compact geworden Natuurlijke grond, duidelijk intact: Modder, turf, moeras Fijn tot middelmatig korrelig zand Van grofkorrelig zand tot grind Bindende grond: Week Verzakkend Hard Halfhard...
4.2.2. Invloed van de wind Het werkplatform kan onder veilige condities worden gebruikt, met inachtneming van de in de tabellen vermelde limieten, bij een windsnelheid van maximaal 45 km/h. Hieronder volgt een verklarende tabel met de gevolgen bij de verschillende windsnelheden. De tabel volgt de Schaal van Beaufort Tabel: invloed van de wind Internationale Schaal van Beaufort...
4.3. INSCHAKELING/UITSCHAKELING AFTAKAS/POMP VAN DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE 4.3.1. Inschakeling aftakas/pomp 1. Positioneer het voertuig op de voorafgekozen plaats en blokkeer de wielen met de parkeerrem. 2. Zet de hendel voor het wijzigen van de snelheid in neutraal. 3. Schakel de pomp van de hydraulische installatie in: druk het koppelingspedaal volledig in en schakel vervolgens de aftakas in met de hendel naast de stoel van het voertuig of met de drukknop/schakelaar op het dashboard (in het geval van een elektrisch bediende aftakas).
4.4. STABILISATIE 4.4.1. Algemene informatie Na de procedure vermeld in par. 4.2 en 4.3 naar behoren uitgevoerd te hebben, kan worden overgegaan tot de stabilisatie van de Machine. De stabilisatie kan, onafhankelijk van de eerder gekozen confi guratie, op twee manieren worden uitgevoerd: •...
controlelampje , dat aangeeft dat de stabilisatoren op het terrein rusten en de minimale uitschuiving ervan is bereikt. 5. Vervolledig de stabilisatie van de Machine tot de wielen volledig van de grond zijn opgeheven en controleer de horizontale positie met behulp van het luchtbelwaterpas (zie”Fig.
Opmerking: Voer de volgende bewerkingen uit tot de banden van de Machine op de grond steunen; als dit gebeurd is, mogen de stabilisatoren volledig omhoog geheven worden. Intrekprocedure (stabilisatoren R-A, A-A, H-H): 1. Steek de sleutel in de keuzeschakelaar op het bedieningspaneel van de stabilisatoren aan de rechterkant van de Machine en draai hem op het symbool “Stabilisatoren”.
Opmerking: Als tijdens een stabilisatiecyclus de knop wordt losgelaten, kan men daarna alleen een cyclus opnieuw opstarten van de ervoor opgestarte confi guratie ofwel moet men de stabilisatoren in transportconfi guratie hersluiten alvorens een cyclus van een andere confi guratie op te starten.
4.5. BEWEGINGEN VAN DE BOVENBOUW Na de juiste stabilisatie van de Machine volgens de instructies die vermeld zijn in par. 4.4.1 te hebben uitgevoerd mag u de bovenbouw bewegen. 4.5.1. Selectie van het bedieningspaneel Keuzeprocedure: • De activering van de gekozen bedieningspost geschiedt met sleutelschakelaar op de bedieningspost op de grond.
Opmerking: Alle manoeuvres moeten worden uitgevoerd door de voorafgekozen bewegingssnelheid zo te veranderen dat er geen hoge versnellingen en vertragingen veroorzaakt worden, meer bepaald door de snelheid te beperken bij het bereiken van de werkgebied. Gevaar: Wanneer men de Machine gebruikt vanaf de noodpost op de grond, bevindt de bediener zich in het werkgebied van de Machine en dus bestaat het risico op pletten in geval van een verkeerde manoeuvre.
4.7.2. Procedure om de werkplatform op werkhoogte te zetten Fig. 17. Bedieningspaneel op de werkplatform (Bedieningspaneel Bedieningspaneel - Let op: Elke keer dat de mobiele toegangsbeveiliging tot de glasvezel werkplatform aanslaat, verhindert/stopt een microschakelaar de bewegingen van de hele Machine (alleen voor versies met mobiele toegangsbeveiliging met functie van leuningen).
Pagina 70
1) voor manoeuvres in horizontale richting van de werkplatform moeten de handen altijd op de leuningen worden geplaatst in de zone tegenovergesteld aan de richting van de beweging 2) voor manoeuvres in verticale richting van de werkplatform moeten de handen worden gezet op de stijlen van de werkplatform, bij voorkeur op de zijde van de bedieningen.
10 minuten om het startsysteem van de motor niet te doen verslijten. 4.9. UITSLUITING VAN DE ANTIBOTSVOORZIENINGEN Zoals reeds vermeld in par. 3.3, zijn de Machines uitgerust met antibotsvoorzieningen overeenkomstig de informatie in de volgende tabel. PT140 PT160 PT200 Antibotsing OPTIONEEL STANDAARD...
4.10. GEBRUIK VAN DE MACHINE MET MOMENTBEGRENZER - Waarschuwingen In deze paragraaf wordt aandacht gevraagd voor het gebruik van machines die zijn uitgerust met een momentbegrenzer voor de begrenzing van de reikwijdte in proportie met de belasting. De aanwezigheid van dit apparaat wordt gesignaleerd door de desbetreffende sticker op de werkplatform en in de koepel.
4.11. GEBRUIK BIJ LAGE TEMPERATUREN - Waarschuwingen Zoals al is vermeld zijn de temperatuurlimieten waarbinnen de Machine kan worden gebruikt, de volgende: van – 15 °C tot + 50 °C Wanneer overigens de temperatuur tot onder nul daaltn dan zullen bij verdere daling maatregelen moeten worden genomen om goed met de Machine te kunnen blijven werken, afgezien van de voorzorgsmaatregelen vermeld in paragrafen 2.6 en 2.7.
4.12. DRUKVERLAGING VAN DE GIEKUITSCHUIFCILINDER - AANBEVOLEN PROCEDURE VÓÓR HET GEBRUIK OP DE WEG NA EEN PERIODE VAN STILSTAND In deze paragraaf beschrijven we de aanbevolen procedure vóór het gebruik op de weg na een min of meer langere periode van stilstand. Onder langere periode van stilstand wordt gewoonlijk één of meer dagen verstaan, maar het kan ook een kortere tijd zijn, maar in ieder geval voldoende om de olie in de giekuitschuifcilinder te laten afkoelen.
4.14. STOPCONTACT VAN 220V Fig. 19. Stopcontact van 220V De Machine is uitgerust met een verlengsnoer om de voeding van 220 V - max. 16 A naar het stopcontact in de werkplatform te brengen, bedieningspaneel dat dicht bij de commando’s van de stabilisatoren is geplaatst, wordt door een externe bron gevoed. Het bedieningspaneel is voorzien van een magnetothermische aardlekschakelaar.
4.15. WERKING DE MACHINE MET ELEKTROPOMP 220 V (Optioneel) Voorbereidende handelingen: • Contactsleutel van de motor van het voertuig in positie 1. • Aftakas ingeschakeld. Fig. 20. Bedieningspaneel elektropomp Schakelbord Stekker 9XS1 1. Steek het mobiele contact, aangesloten op een installatie die energie levert, in stekker 9XS1 die op het schakelbord is gemonteerd.
Hoofdstuk 5. Noodprocedures Met noodprocedures worden die procedures bedoeld die in werking moeten worden gezet na het bereiken van een afwijkende confi guratie van de Machine of een defect van de Machine. Er zijn drie soorten noodprocedures: • Noodprocedures na afwijkende confi guraties van de Machine: Dit zijn procedures die herstel van de confi...
5.1. NOODPROCEDURES NA AFWIJKENDE CONFIGURATIES VAN DE MACHINE Dit zijn procedures die herstel van de confi guratie van de Machine mogelijk maken en, na controle, het werk kunnen doen hervatten. Opmerking: In de volgende paragrafen worden de afzonderlijke handelingen van de procedures in kort bestek beschreven.
5.2. NOODPROCEDURES NA CONSTATERING DOOR CONTROLESYSTEEM VAN EEN DEFECT DAT TOT EEN VERMINDERDE FUNCIONALITEIT VAN DE MACHINE LEIDT (bij Machines uitgerust met een momentbegrenzer) Deze procedures moeten uitsluitend worden gebruikt door de bediener om de Machine terug te brengen in de transportconfi guratie, door gebruik te maken van de commando’s in de werkplatform of op de grond.
Tab. 8. Aanvullende signaleringen voor defecten en specifi eke aandacht tijdens het uitvoeren van de noodprocedure in geval van defecten van de sensoren SIGNALERINGEN ALARMCODES CONTROLELAMPJES. SPECIALE AANDACHT STANDAARD DIAGNOSTIEK (speciale aandacht verlenen (gelijk voor SPECIFIEK VOOR HET (zie par. “7.3. Codes tijdens het uitvoeren van de en alarmen van het alle defecten...
Tab. 9. Aanvullende signaleringen voor defecten en specifi eke aandacht tijdens het uitvoeren van de noodprocedure in geval van defecten van de sensoren SIGNALERINGEN ALARMCODES CONTROLELAMPJES. SPECIALE AANDACHT STANDAARD DIAGNOSTIEK (speciale aandacht verlenen (gelijk voor SPECIFIEK VOOR HET (zie par. “7.3. Codes tijdens het uitvoeren van de en alarmen van het alle defecten...
Pagina 82
Tab. 10. Lijst met defecten die een noodprocedure vereisen waarbij handmatig de elektromagnesiche kleppen van de verdelers en de handpomp moeten worden bediend ALARMCODES CONTROLELAMPJES. STANDAARD SPECIALE DIAGNOSTIEK TYPE DEFECT SIGNALERINGEN AANDACHT (zie par. “7.3. Codes en alarmen van het bedieningspaneel op de grond”) Extra blokkering van de rotatie van de koepel (alleen bij versies met...
(*) Opmerking: Naast de in de vorige tabel vermelde specifi eke defecten, moet de noodprocedure, waarbij de verdelers handmatig worden bediend en de handpomp wordt gebruikt, ook worden gebruikt in geval van algemene defecten van de elektrische - en/ of hydraulische installatie en/of van de motor van het voertuig. In deze gevallen zou het kunnen zijn dat er geen enkele signalering op de bedieningspanelen is.
van de rotatie van de koepel, mag u geen koepelrotatie uitvoeren naar sectoren waar de toegestane reikwijdte minder is dan die waar u zich bevindt; 3. rotatie werkplatform tot aan de uitlijning met de giek; 4. daling giek op diens ondersteuning. Gevaar: wanneer het niet mogelijk is om nauwkeurig de hierboven vermelde volgorde te volgen is het van belang dat gevaarlijke manoeuvres, zoals die welke leiden tot een toename van de radius, worden vermeden;...
Pagina 85
• Standaard op de PT160 en PT200 klep • Afhankelijk van de installatie/confi guratie op de PT140 Opmerking: Voor ieder apparaat is het volgende voorzien: - 1 blokkeerprofi el - 2 noodafsluiters van het type - 1 noodafsluiter van het type bij een apparaat uitgerust met een momentbegrenzer De noodafsluiters en het blokkeerprofi...
5.3.3. Noodprocedure voor het intrekken van de stabilisatoren Opmerking: Tijdens het uitvoeren van de procedure voor het opheffen van de stabilisatoren, moet de Machine zo goed mogelijk vlak en horizontaal houden, d.w.z. max. enkele graden uit het lood om overdreven torsies van het chassis te vermijden. Voer de volgende bewerkingen uit tot de banden van de Machine op de grond steunen;...
Hoofdstuk 6. Onderhoud Let op: al het onderhoud dat niet in deze handleiding is voorzien, moet worden uitgevoerd na toestemming hiertoe van de Fabrikant. Let op: Het gebruik van niet originele of niet door de Fabrikant goedgekeurde reserveonderdelen leidt tot het verval van de garantie en van elke aansprakelijkheid van de Fabrikant.
6.1. ZEKERINGEN EN RELAIS Let op: Alvorens een zekering te vervangen, moet de motor van het voertuig worden uitgezet en de contactsleutel uit het contact in de stuurcabine worden verwijderd. Vervang de kapotte zekeringen met exemplaren van hetzelfde type en met dezelfde capaciteit. Het afsluiten van de beveiliging met draden of andere oplossingen is verboden.
Pagina 90
Fig. 27. Relais in de stuurcabine van Nissan Cabstar / Renault Maxity Relais POS. NAAM Hoofdvoeding Opstarten motor Uitzetten motor Anti-herhaling opstarten motor Accelerator Hulpvoorzieningen-parkeerrem Opstarten motor HA1-CIC Zoemer waarschuwing aftakas ingeschakeld 6.1.1.2. FIAT DUCATO Het smeltveiligheidsbord bevindt zich in de stuurcabine van het voertuig aan de bestuurderszijde onder de plastic afdekking.
6.1.2. Zekeringen op bedieningspaneel op de grond Fig. 28. Zekeringen bedieningspaneel in de koepel Zekeringen POS. KLEUR CAPACITEIT (A) CIRCUIT Blauw Voeding regeleenheid Oranje Noodvoeding Let op: Controleer op het moment van verwijdering altijd het model en de capaciteit van de verwijderde zekering en vervang hem met één van dezelfde karakteristieken. FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
Pagina 92
Opzettelijk blanco gelaten pagina FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
6.2. AANSPANMOMENTEN Hieronder volgen de aanspanmomenten voor de voornaamste verbindingen op de Machine. De koppelwaarden gelden onder normale omstandigheden van reiniging en dus van frictie van de te koppelen elementen. De aanspanmomenten moeten worden gemaakt met een momentsleutel die periodiek moet worden gecontroleerd en geijkt (ten minste een keer per jaar). De frequentie van de controles van de aanspanmomenten is weergegeven in par.
Let op: Alle onderhoudshandelingen moeten worden uitgevoerd met de juiste middelen en/of uitrustingen die zorgen voor een veilig uitvoeren van de werkzaamheden. 6.3.1. Gewoon onderhoud Onder gewoon onderhoud vallen alle handelingen die door de bediener kunnen worden uitgevoerd. Het betreft de reiniging, dagelijkse verifi caties en eenvoudige periodieke en preventieve inspecties die een veilig gebruik van de Machine mogelijk maken (zie par.
6.3.4. Buitengewoon onderhoud Met buitengewoon onderhoud worden alle onderhoudshandelingen bedoeld die niet zijn opgenomen in de “Tabel periodieke inspecties”. In het algemeen gaat het om: • Vervanging van onderdelen die belangrijk zijn voor de draagconstructie van de Machine • Reparaties na botsingen •...
Pagina 97
Controle/Verifi catie/Interventie Elke Symbolen: Na 125 Elke 250 Elke 500 Opm., 1500 Ref. d = elke dag of vóór elk gebruik uur of uur of uur of andere O = bediener uur of Par. intervallen X = gekwalifi ceerde medewerkers maand maanden maanden...
Controle/Verifi catie/Interventie Elke Symbolen: Na 125 Elke 250 Elke 500 Opm., 1500 Ref. d = elke dag of vóór elk gebruik uur of uur of uur of andere O = bediener uur of Par. intervallen X = gekwalifi ceerde medewerkers maand maanden maanden...
Pagina 99
Controle/Verifi catie/Interventie Elke Symbolen: Na 125 Elke 250 Elke 500 Opm., 1500 Ref. d = elke dag of vóór elk gebruik uur of uur of uur of andere O = bediener uur of Par. intervallen X = gekwalifi ceerde medewerkers maand maanden maanden...
Pagina 100
Controle/Verifi catie/Interventie Elke Symbolen: Na 125 Elke 250 Elke 500 Opm., 1500 Ref. d = elke dag of vóór elk gebruik uur of uur of uur of andere O = bediener uur of Par. intervallen X = gekwalifi ceerde medewerkers maand maanden maanden...
Pagina 101
Controle/Verifi catie/Interventie Elke Symbolen: Na 125 Elke 250 Elke 500 Opm., 1500 Ref. d = elke dag of vóór elk gebruik uur of uur of uur of andere O = bediener uur of Par. intervallen X = gekwalifi ceerde medewerkers maand maanden maanden...
Pagina 102
Controle/Verifi catie/Interventie Elke Symbolen: Na 125 Elke 250 Elke 500 Opm., 1500 Ref. d = elke dag of vóór elk gebruik uur of uur of uur of andere O = bediener uur of Par. intervallen X = gekwalifi ceerde medewerkers maand maanden maanden...
6.3.7. Reiniging van de Machine Inleiding: Het is noodzakelijk dat de Machine regelmatig wordt gereinigd, zodat de verontreinigende elementen die de materialen kunnen beschadigen of een goede werking verhinderen, kunnen worden verwijderd. Vet na de reiniging alle bewegende delen opnieuw in (par. “6.3.8.1 Oliën en smeermiddelen”) en verifi...
6.3.8. Invetten en smeren 6.3.8.1. Oliën en smeermiddelen Tab. 13. Karakteristieken van oliën en van smeermiddelen HYDRAULISCHE OLIE Viscositeit [mm²/s] Code Massa vol. Type Viscositeitsklasse Temperatuurbereik Fabrikant [kg/m³] bij 40 °C bij 100 °C 52239 ISO-L-HV ARNICA 32 ISO 32 -15 / 35 °C 52267 ISO-L-HV ARNICA 46...
Pagina 105
AGIP GREASE SM 2 Zoveel Vetspuit als nodig Hefcilinder voor het opheffen van de giek Pen zijde bekleding AGIP GREASE SM 2 Zoveel Vetspuit als nodig Telescopische giek Contactoppervlak in- en uitschuivende AGIP GREASE SM 2 Zoveel Kwast als nodig delen van de verlengstukken Onderste leislof buitenkant AGIP GREASE SM 2...
Pagina 106
Fig. 30. Positie van de in te vetten punten Let op: In geval het platform als geïsoleerd is gekwalifi ceerd, vet dan niet deze pen van de hefcilinder werkplatform in. Fig. 31. Positie van de in te vetten punten FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
3. Controle van de aanwezigheid en leesbaarheid van alle plaatjes. 4. Controle van de aanwezigheid en intactheid van de nooddalingsvoorzieningen, in het bijzonder van de drie noodafsluiters (twee voor de PT140 basis) en de handpomphendel in het gereedschapsvak. 5. Geen enkel hydraulisch onderdeel mag lekkage vertonen (de beweging en/of Uitschuiven van elementen van de constructie tijdens stilstaan of het rijden op de weg kan een aanwijzing zijn voor lekkage in de cilinders).
Pagina 108
Verifi eer de correcte inwerkingtreding van de antibotsvoorzieningen van de stuurcabine (niet voorzien op de PT140 basis): draai de giek uiterst voorzichtig en langzaam naar de stuurcabine en verifi eer of de voorziening op correcte wijze in werking treedt en de controlelampjes (“3.2.2.
Pagina 109
te voeren: a - Hef de giek circa 1 m op, draai hem opzij zonder hem uit te schuiven en druk met een schroevendraaier (niet met de handen!) de microschakelaar in die de positie van de hefcilinder van de giek tegen de aanslag meet en verifi eer of de uitschuif- en dalingsmanoeuvres van de giek, evenals die van de rotatie van de koepel bij machines met meerdere werkgebieden binnen de 360°...
• verifi eer de correcte inwerkingtreding van de antibotsingsvoorziening giek/werkplatform (niet voorzien op PT140) met de volgende bewegingen: a. met de giek in de ruststand op de ondersteuning, moet u de werkplatform uiterst langzaam en voorzichtig draaien en controleren of de beweging na een paar graden wordt geblokkeerd zodra de groene controlelampjes uitgaan (“3.2.2.
Pagina 111
Mocht men constateren dat er een bevestigingselement ontbreekt of is beschadigd, dan moeten de oorzaken worden achterhaald en de delen moeten meteen weer in de oorspronkelijke toestand worden gebracht door een Servicecentrum de Fabrikant. Voor wat betreft de reiniging en de smering: •...
Pagina 112
versleten; controleer in het bijzonder dat de microschakelaars voor signalering loszittende kabels/kettingen (zie “Fig. 33 “) intact zijn en goed bevestigd, elektrisch aangesloten en werkend. • De voorspanningen van de extensie- en intrekkettingen dusdanig zijn dat de belasting die op één ketting rust ongeveer gelijk is aan die op de overeenstemmende ketting die behoort tot hetzelfde systeem.
Pagina 113
Fig. 34. Invetten en smeren verlengstukken giek Vet de uitschuif- en intrekkettingen, de betreffende ankerpunten, de katrollen en betreffende pennen, de schommelstukken en alle delen van de kinematiek volgens de aanwijzingen van par. “6.3.6 TABEL PERIODIEKE INSPECTIES”. De kettingen zullen schoon en vrij van aanslag van vreemde materialen moeten zijn. Voorspanning van de kettingen Controleer en herstel eventueel de voorspanning van de kettingen.
Pagina 114
• slijtage van de zijkant van de ketting: vervang de ketting als meer dan 25% van het oorspronkelijke uitsteeksel van de kop van de pennen is weggesleten of wanneer meer dan 20% van de dikte van de buitenzijde is verbruikt. Voordat u de nieuwe ketting installeert moet u de oorzaak van de storing vinden.
Pagina 115
6.3.9.9. Reservoir hydraulische olie en fi lter Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. “6.3.6 Tabel periodieke inspecties”. Opmerking: Voor het kiezen van een geschikte olie of smeermiddel, zie par. “6.3.8.1 Oliën en smeermiddelen”. Neem zo nodig voor meer informatie contact op met de Fabrikant.
Vervanging van de oliefi lter Fig. 36. Hydraulische oliefi lter • De handeling moet worden uitgevoerd met de motor uit en met koude olie. • Sluit de kraan onder het reservoir van de olie (hendel moet rechte hoek hebben t.o.v. de leiding) •...
6.3.9.12. Rotatiegroep van de koepel Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. “6.3.6 Tabel periodieke inspecties”. Let op: Spuit geen water onder hoge druk en/of stoom rechtstreeks op de bovenzijde van de rotatiegroep van de koepel, daar het gevaar bestaat dat er water de groep binnendringt.
6.3.9.13. Rotatiegroep van de werkplatform Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. “6.3.6 Tabel periodieke inspecties”. Let op: Spuit geen water onder hoge druk en/of stoom rechtstreeks op de bovenzijde van de rotatiegroep, daar het gevaar bestaat dat er water de groep binnendringt. In het geval u vreest dat dit is gebeurd, ga dan onmiddellijk over tot een volledige en overvloedige smering.
Pagina 119
Na de controle op de cilinders te hebben uitgevoerd, moet een lekdichtheidtest van de blokkeerkleppen worden gedaan. Er zitten blokkeerkleppen op de volgende hefcilinders: • Hefcilinder stabilisatoren ( • Hefcilinder giek opheffi ng - giek omlaag ( • Hefcilinder uitschuiven - intrekken giek ( •...
6.3.9.15. Handpomp voor nooddaling Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. “6.3.6 Tabel periodieke inspecties”. • Vet de zuiger en de scharnieren in • Voer een functietest van nooddaling uit zoals beschreven in hoofdstuk 5 Fig.
6.3.9.17. Onderzoek van de constructies Voer de controles en het onderhoud uit volgens hetgeen is vermeld in par. “6.3.6 Tabel periodieke inspecties”. De luchtplatformen zijn ontworpen en vervaardigd volgens de hoogste kwalistatieve normen en met de modernste instrumenten voor ontwerp en realisatie. Overigens vormt het onderzoek van de constructies een belangrijk aspect van de handleiding van de Machine om de veiligheid van de bedieners te garanderen.
Hoofdstuk 7. Diagnostiek In dit hoofdstuk wordt een lijst met eenvoudige problemen getoond en besproken die zich tijdens de werking van de apparatuur kunnen voordoen. Opmerking: Neem contact op met de assistentie- en reparatiedienst voor elk probleem dat hieronder niet is opgenoemd of in het geval de slechte werking aanblijft na ingreep van de bediener (zie par.
POMP EN AFTAKAS VERSCHIJNSEL OORZAAK OPLOSSING BEVOEGDHEDEN Niet ingeschakelde aftakas Schakel in volgens de correcte Bediener procedure Controlelampje Lampje doorgebrand Vervang Onderhoudsmonteur aftakas gaat niet Zekering doorgebrand Vervang Onderhoudsmonteur Sensor aftakas beschadigd Vervang Onderhoudsmonteur Lucht in het circuit Verwijder de lucht Onderhoudsmonteur Verifi...
Pagina 131
STABILISATOREN VERSCHIJNSEL OORZAAK OPLOSSING BEVOEGDHEDEN Verifi eer dat één van de eerder opgesomde algemene oorzaken zich niet weer voordoet Bovenbouw niet in Plaats correct Bediener transportconfi guratie Toegangstrapje naar Trek het trapje in Bediener werkplatform uitgetrokken (indien voorzien) Elektromagnetische wisselklep Probeer te deblokkeren door de Bediener geblokkeerd of elektrische...
Pagina 132
BOVENBOUW VERSCHIJNSEL OORZAAK OPLOSSING BEVOEGDHEDEN Verifi eer dat één van de eerder opgesomde algemene oorzaken zich niet weer voordoet De antibotsingsvoorziening is Gebruik de drukknop Bediener actief voor de uitsluiting van de antibotsvoorziening om de giek uit de antibotsblokkering te manoeuvreren Elektromagnetische wisselklep Probeer te deblokkeren door de...
Pagina 133
De maximumlimiet van de Draai in omgekeerde richting Bediener rotatiehoek is bereikt Een overgangslimiet van een Draai in de tegenovergestelde Bediener werkgebied met een grotere richting en/of trek de giek in en/ radius naar een gebied met een of hef de giek op om de radius te kleinere radius is bereikt verminderen Voert geen...
Pagina 134
Onregelmatige Olie te heet Zie paragraaf over “6.3.9.8. bewegingen Hydraulische installatie” Smering ontbreekt Voer onderhoud en smering uit Onderhoudsmonteur Trillingen en aan het hele Machine gepiep tijdens de bewegingen Vastgelopen moffen of pennen Vervang ze als ze fl ink Geautoriseerde van de gieken beschadigd zijn werkplaats...
Pagina 135
ONVRIJWILLIGE BEWEGINGEN VAN DE BOVENBOUW OORZAAK OPLOSSING VERSCHIJNSEL BEVOEGDHEDEN De machine heeft met hoge Zet alle elementen in de Bediener snelheid over straten met bulten ruststand en controleer of het De elementen en grote niveauverschillen probleem niet al te dikwijls van de gereden terugkeert...
7.3. CODES EN ALARMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL OP DE GROND (alleen voor versies met momentbegrenzer) Onderstaand vindt u de beschrijving van de alarmen geleverd door het grondbedieningspaneel door middel van de diagnoseleds plus een serie van mogelijke oorzaken en bijbehorende oplossingen. Voor wat betreft de genoemde noodprocedures, raadpleeg “Hoofdstuk 5.
Pagina 137
Controleer de sensoren en de betreffende aansluitingen en vervang ze eventueel. Tegenstrijdigheden Indien noodzakelijk moet u De twee microschakelaars tussen de de Machine met de handpomp van de ondersteuning van ○ ○ ● microschakelaars sluiten en ervoor opletten dat u de giek geven een onderling de toegestane radiussen voor het van de...
Pagina 138
Blokkering van alle bewegingen. De fout zou veroorzaakt kunnen zijn door een niet correcte positie van de giek op de ondersteuning: De microschakelaars op de giekondersteuning zijn ingedrukt maar de giek is niet volledig gedaald en het systeem heeft geconstateerd dat de tegenstrijdigheid langer dan de toegestane tijdsduur heeft geduurd.
Pagina 139
Blokkering van alle bewegingen. Sluit de Machine met de handpomp De sensoren van de hoek van en let ervoor op dat u tijdens het Alarmen de giek leveren een onderling dalen de toegestane radiussen ○ * ○ hoeksensoren giek tegenstrijdig signaal of er is een voor het werk afhankelijk van fout in het CAN-netwerk.
Pagina 140
Beperkte werking van de Machine. Trek de giek zover mogelijk in en sluit vervolgens de Machine met de handpomp en let ervoor op dat u tijdens het dalen de toegestane Fout van niveau 1 op de klep radiussen van het werk, afhankelijk Alarmen bewaakt door de begrenzer (de van de maximale belastingen, niet...
Pagina 141
Blokkering van alle bewegingen. Sluit de Machine met de handpomp en let ervoor op dat u tijdens het Er is een fout opgetreden in het dalen de toegestane radiussen * ○ ● CAN-netwerk van de absolute voor het werk afhankelijk van encoder van de koepelrotatie.
Pagina 142
Opzettelijk blanco gelaten pagina FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
Hoofdstuk 8. Afdenken en sloop 8.1. KWALIFICATIE VAN DE BEDIENER Gekwalifi ceerd mechanicus die de inhoud begrijpt van hoofdstuk 2 Veiligheidsinformatie en hoofdstuk 8 Verwerking en sloop. 8.2. DEACTIVERING VAN DE APPARATUUR Wanneer het einde van de technische en operatieve levensduur is bereikt, moet de apparatuur worden gedeactiveerd.
Let op: Vertrouw de oliën toe aan een instantie belast met de verwerking van afgewerke oliën. Let op: Geef de fl exibele rubberen leidingen af aan bedrijven die materialen terugwinnen. Let op: Geef de elektrische kabels af aan recyclingbedrijven. Let op: Geef de onderdelen van staal, lichte legering enz. af aan bedrijven die deze materialen terugwinnen zoals de huidige regelgeving bepaalt.
Hoofdstuk 11. Verslag van de uitgevoerde proeven Zoals voorzien door de EN280 norm (par. 6.1.4) zijn de proeven uitgevoerd om het volgende te verifi ëren: DE STABILITEIT VAN DE MACHINE DE STRUCTURELE DEGELIJKHEID DE GOEDE WERKING DE AANWEZIGHEID VAN DE MARKERINGEN Onderstaand worden in het specifi...
DE STRUCTURELE DEGELIJKHEID Overbelastingsproeven uitgevoerd in overeenstemming met de EN280 norm (par 6.1.4.3). Resultaat van de overbelastingsproeven POSITIEF NEGATIEF Tijdens de overbelastingsproef zijn de remsystemen in staat om de proefl asten te stoppen en op de plaats te houden Na het verwijderen van de proefl asten vertoont de Machine geen enkele permanente vervorming DE GOEDE WERKING...
Pagina 169
Bedieningsposten Keuzeschakelaar van de bedieningsposten Coherentie van de bewegingen met de symbolen op het werkstation Andere Inschakeling / uitschakeling aftakas en betreffende controlelampje Waterpas Automatische stabilisatie (indien voorzien) n.t. Starten / stoppen hulpmotor Stopcontact Elektropomp n.t. Resultaat van de bedrijfstests POSITIEF NEGATIEF De Machine kan op normale wijze voor alle...
Pagina 170
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
Hoofdstuk 12. Controleregister Dit controleregister wordt afgegeven door de Fabrikant aan de eigenaar van de Machine. 12.1. Instructies voor het invullen Dit register moet als integrerend deel van de Machine worden beschouwd en moet de machine begeleiden tot de sloop. Deze instructies worden gegeven volgens de bepalingen die bekend waren op de eerste datum van het op de markt brengen van de Machine.
Pagina 172
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
12.3. Latere eigendomsoverdrachten Te bewaren kopie D.d.: ............de eigendom van de Machine: registratienummer ........bouwjaar ............ is overgedragen aan: ................................................................................ Hierbij verklaar ik, op bovengenoemde datum, de technische, dimensionele en functionele karakteristieken van de Machine in kwestie in overeenstemming zijn met de oorspronkelijke en dat eventuele variaties in dit register zijn genoteerd.
Pagina 174
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
12.4. Vervanging van de onderdelen VERVANGING VAN DE ONDERDELEN D.d.............het volgende onderdeel is vervangen: registratienummer ....................beschrijving ......................met het onderdeel ..................... beschrijving ......................producent ......................... leverancier ....................... oorzaak van de vervanging ....................................................................... De gebruiker Verantwoordelijke persoon voor de vervanging ..........
Pagina 176
VERVANGING VAN DE ONDERDELEN D.d.............het volgende onderdeel is vervangen: registratienummer ....................beschrijving ......................met het onderdeel ..................... beschrijving ......................producent ......................... leverancier ....................... oorzaak van de vervanging ....................................................................... De gebruiker Verantwoordelijke persoon voor de vervanging .................. VERVANGING VAN DE ONDERDELEN D.d.............het volgende onderdeel is vervangen: registratienummer ....................
12.5. Vervanging van de veiligheidsonderdelen VERVANGING VAN DE VEILIGHEIDSONDERDELEN D.d.............het volgende onderdeel is vervangen: registratienummer ....................beschrijving ......................met het onderdeel ..................... beschrijving ......................producent ......................... leverancier ....................... oorzaak van de vervanging ....................................................................... De gebruiker Verantwoordelijke persoon voor de vervanging ..........
Pagina 178
VERVANGING VAN DE VEILIGHEIDSONDERDELEN D.d.............het volgende onderdeel is vervangen: registratienummer ....................beschrijving ......................met het onderdeel ..................... beschrijving ......................producent ......................... leverancier ....................... oorzaak van de vervanging ....................................................................... De gebruiker Verantwoordelijke persoon voor de vervanging .................. VERVANGING VAN DE VEILIGHEIDSONDERDELEN D.d.............het volgende onderdeel is vervangen: registratienummer ....................
12.6. Registratietabel van de dagelijkse verifi caties Opmerking: Deze tabel dient uitsluitend ter referentie voor de bediener indien hij de dagelijkse controles mocht wensen te registreren. Voeg de datum en de handtekening van de bediener toe en kruis de vakjes aan van de afzonderlijke controles wanneer deze worden uitgevoerd.
Pagina 180
VRIJ DATUM BEDIENER OPMERKINGEN: FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso...
12.7. Onderhoudscontroles Let op: Krachtens Italiaans wetsdecreet nr.81 van 9 april 2008, moet de Machine worden onderworpen aan controles van periodiek onderhoud door gekwalifi ceerde medewerkers, volgens de in deze tabellen vastgestelde frequenties. Tab. 16. Tabel frequentie en indicatie van de onderhoudscontroles Na 125 uur in bedrijf of 1 maand Controle vastzitten verbindingsbouten van het chassis de hoogwerker aan het voertuigchassis: Controle vastzitten bouten.
Pagina 182
Elke 1500 uur of 1 jaar Pennen en bevestigingen: Controle vastzitten bevestigingsbouten en/of van de ringmoeren. Stabilisatoren: Het vastzetten van bevestigingsbouten en/of van ringmoeren. Telescopische giek: Controleer of de bouten en/of de ringmoeren van alle elementen goed zijn aangedraaid. Onderzoek van de constructies: Volledige en zorgvuldige inspectie (met meer dan 9000 uur of meer dan 6 jaar).
12.8. Tabel frequentie en registratie van de onderhoudscontroles Handtekening van Uitvoering onderhoud met Aantal de verantwoordelijke Controledatum Opmerkingen persoon voor het vervaldatum: bedrijfsuren onderhoud Na 125 bedrijfsuren Elke 250 uur of 2 maanden Elke 500 uur of 4 maanden inclusief de uren Elke 250 uur of 2 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 500 uur of 4 maanden...
Pagina 184
Elke 250 uur of 2 maanden Elke 1500 uur of 1 jaar inclusief de uren Elke 500 uur of 4 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 500 uur of 4 maanden inclusief de uren Elke 250 uur of 2 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 500 uur of 4 maanden...
Pagina 185
Elke 3000 uur of 2 jaar inclusief de uren Elke 1500 uur of 1 jaar Elke 500 uur of 4 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 500 uur of 4 maanden inclusief de uren Elke 250 uur of 2 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 500 uur of 4 maanden...
Elke 1500 uur of 1 jaar inclusief de uren Elke 500 uur of 4 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 500 uur of 4 maanden inclusief de uren Elke 250 uur of 2 maanden Elke 250 uur of 2 maanden Elke 500 uur of 4 maanden inclusief de uren...