5.2.
NOODPROCEDURES NA CONSTATERING DOOR
CONTROLESYSTEEM VAN EEN DEFECT DAT TOT EEN
VERMINDERDE FUNCIONALITEIT VAN DE MACHINE LEIDT
(bij Machines uitgerust met een momentbegrenzer)
Deze procedures moeten uitsluitend worden gebruikt door de bediener om de Machine terug
te brengen in de transportconfi guratie, door gebruik te maken van de commando's in de
werkplatform of op de grond.
Defecten die om dit soort procedures vragen, worden door de volgende signaleringen aan de
bediener kenbaar gemaakt:
C8
Rood controlelampje
werkplatform.
Afgezien van deze signalering die dit soort defecten kenmerkt, kunnen andere specifi eke
controlelampjes branden, benevens de weergave van de betreffende code met de
diagnoselampjes.
Let op: gewoonlijk zal het besturingssysteem alleen de uitvoering van de veilig
beschouwde manoeuvres toestaan. In bepaalde gevallen kan het nodig zijn de
handpompprocedure te gebruiken om de Machine weer in de transportconfi guratie
stand terug te brengen. In dit geval biedt het systeem geen enkel controle meer en
moet u zich dus zorgvuldig houden aan de procedure en volgorde beschreven in par.
5.3.2 en 5.3.3.
Let op: Na de machine in de transportconfi guratie te hebben teruggebracht, moet
het werk echter worden onderbroken en naar een geautoriseerd servicecentrum
worden gegaan om het defect te verhelpen;
Opmerking: In de volgende paragrafen worden de afzonderlijke handelingen van
de procedures in kort bestek beschreven. We verwijzen toch ook naar de paragrafen
waarin de verschillende handelingen uitgebreid worden beschreven, neem vooral alle
veiligheidsvoorschriften en de waarschuwingen in deze handleiding in acht.
5.2.1. Herstel van de transportconfi guratie in geval van
tegenstrijdig antwoordsignaal tussen sensoren en/of
communicatiefouten tussen sensoren en controleregelaar.
Met deze procedure kan de telescopische giek worden teruggebracht in de
transportconfi guratie indien het controlesysteem een defect constateert op de door de sensoren
afgegeven signalen.
In het algemeen de te volgen procedure is de volgende:
•
Volledige intrekken van de telescopische giek.
•
Rotatie van de koepel totdat de giek is uitgelijnd met de ondersteuning (eventueel eerst de
giek opheffen om botsingen te voorkomen).
•
Rotatie van de werkplatform tot hij is uitgelijnd met de giek (het groene controlelampje
A12
C11
en
gaat branden)
•
Dalen van de giek op de ondersteuning.
van de begrenzer knipperend op het bedieningspaneel in de
79
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso