3.2.5.2. Groep voor de veiligheidsfuncties
De groep bevindt zich in de koepel en is toegankelijk na verwijdering van het carter aan de
zijkant.
Hieronder worden de functies van de afzonderlijke elektromagnetische kleppen beschreven.
Fig. 8.
Bedieningsgeheel in de koepel
Tab. 6. Bedieningsgeheel in de koepel- identifi catie van de elementen
Symbool Identifi catie
O
Elettromagnetische
klep
N
Elettromagnetische
klep
T
Elettromagnetische
klep
P
Gecontroleerde
elektromagnetische
klep
Om in noodgeval de bovenbouw weer in de transportconfi guratie te zetten met de behulp van
de handpomp, de meegeleverde noodafsluiters op de elektromagnetische klep aanbrengen en
de gekartelde knop tot op het einde van zijn slag aandraaien.
Opmerking: Om in noodgeval de bovenbouw te bewegen en de stabilisatoren
in te trekken, verwijzen we naar paragraaf "5.3. NOODPROCEDURE NA
CONSTATERING DOOR HET CONTROLESYSTEEM VAN EEN DEFECT DAT TOT
EEN BLOKKERING VAN DE MACHINE LEIDT – DALING MET HANDPOMP".
Let op: In normale bedrijfsomstandigheden moeten de noodafsluiters verwijderd
worden en de eerder verwijderde moer weer op zijn oorspronkelijke plaats worden
aangebracht.
O
N
Gestuurde functies
Voeding van het hydraulische groep van de stabilisatoren
Voeding van de bovenbouw
Selectie verdeelschuif bediening van de bovenbouw in de
koepel
Veiligheidsklep voor de momentbegrenzer: standaard voor
de PT160 en PT200 en afhankelijk van de confi guratie op de
PT140.
45
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso
P
T
O
N
T
P