Inhoudsopgave
Advertenties
4.3.
INSCHAKELING/UITSCHAKELING AFTAKAS/POMP
VAN DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE
4.3.1. Inschakeling aftakas/pomp
1. Positioneer het voertuig op de voorafgekozen plaats en blokkeer de wielen met de
parkeerrem.
2. Zet de hendel voor het wijzigen van de snelheid in neutraal.
3. Schakel de pomp van de hydraulische installatie in: druk het koppelingspedaal volledig
in en schakel vervolgens de aftakas in met de hendel naast de stoel van het voertuig of
met de drukknop/schakelaar op het dashboard (in het geval van een elektrisch bediende
aftakas).
4. De inschakeling van de aftakas wordt gemeld door een rood controlelampje op het
dashboard van het voertuig.
5. Laat het koppelingspedaal langzaam los om te vermijden dat een eventueel
onnauwkeurig koppelen van de aftakas met de aandrijvende tandwielen deze beschadigt
(eventueel de procedure die beschreven is in punt 3 herhalen).
6. Verlaat de stuurcabine van het voertuig en sluit ze.
De Machine is nu klaar voor de stabilisatieprocedure (par. 4.4) en kan vervolgens
gebruikt worden.
4.3.2. Uitschakeling aftakas/pomp
Aan het einde van de werkzaamheden, na de stabilisatoren helemaal te hebben ingetrokken
(par. 4.4) gaat u als volgt te werk:
1. Ga de stuurcabine in.
2. Druk het koppelingspedaal in en schakel vervolgens de aftakas in met de hendel naast
de stoel van het voertuig of met de drukknop/schakelaar op het dashboard (in geval
van een elektrisch bediende aftakas). Het doven van het rode controlelampje op het
dashboard geeft aan dat de aftakas is ontkoppeld (uitgeschakeld).
3. Zet de parkeerrem los en doof de lichten/het licht door de schakelaar met het passende
symbool
te verdraaien.
De Machine is nu klaar om op straat te rijden.
Let op: Teneinde de aftakas/pomp niet te beschadigen mag het voertuig niet
in de versnelling worden gezet en evenmin in beweging worden gebracht met
ingeschakelde aftakas.
Opmerking: Als waarschuwing aan de bediener is er een zoemer die aangaat als
de parkeerrem wordt ontgrendeld met de aftakas ingeschakeld.
Let op: Alvorens op straat te rijden, dient u te controleren of de stabilisatoren
volledig ingetrokken zijn en of de controlelampjes
DE STUURCABINE) en
zijn.
Let op: Verifi eer altijd, alvorens weg te rijden, dat het rode lampje van de
ingeschakelde aftakas uit is.
A7
(3.2.2 BEDIENINGSPANEEL OP DE GROND) gedoofd
62
B
(3.2.1 CONTROLELAMPJES IN
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso
Advertenties
Inhoudsopgave
