Inhoudsopgave
Advertenties
te voeren:
a - Hef de giek circa 1 m op, draai hem opzij zonder hem uit te schuiven en druk met
een schroevendraaier (niet met de handen!) de microschakelaar in die de positie
van de hefcilinder van de giek tegen de aanslag meet en verifi eer of de uitschuif- en
dalingsmanoeuvres van de giek, evenals die van de rotatie van de koepel bij machines met
meerdere werkgebieden binnen de 360° van de koepelrotatie, zijn belemmerd.
b. - Plaats een last van 250 kg middenin de werkplatform en beveilig hem tegen eventuele
verplaatsingen en/of valgevaaar;
c - Werkend vanaf het grondstation, met de giek naar de achterkant gericht en een
gedraaide werkplatform, moet u de giek horizontaal uitschuiven en verifi ëren of de
momentbegrenzer de beweging stopt in overeenstemming met de radius aangegeven
in het desbetreffende werkdiagram (tolerantie 30 cm). Op dit punt moet u verifi ëren of
ook het dalen van de giek onmogelijk is gemaakt en of de controlelampjes
("3.2.2. BEDIENINGSPANEEL OP DE GROND" en "3.2.4. BEDIENINGSPANEEL OP
DE WERKPLATFORM") gaan branden.
d. - Ga te werk vanuit het grondstation, met giek gericht naar achteren, hef de giek op en
schuif hem helemaal uit. Laat de giek heel voorzichtig en heel langzaam dalen en verifi eer
of de momentbegrenzer de beweging blokkeert in overeenstemming met de radius
aangegeven in het desbetreffende werkdiagram. Op dit punt moet u verifi ëren of ook het
uitschuiven van de giek onmogelijk is gemaakt en of de controlelampjes
("3.2.2. BEDIENINGSPANEEL OP DE GROND" e "3.2.4. BEDIENINGSPANEEL OP
DE WERKPLATFORM") gaan branden.
Let op: Bij machines die beschikken over twee werkgebieden (één met ingetrokken
stabiliserende dwarsstukken en één met uitgestrekte stabiliserende dwarsstukken)
moet u voor beide in de twee stabilisatieconfi guraties voorziene werkgebieden, de
controles op dezelfde hierboven beschreven wijzen uitvoeren.
Let op: Bij machines bestemd voor meerdere werkgebieden binnen de 360° van
rotatie van de koepel (variabele gebieden zowel v.w.b. de stabilisatie als de rotatie van
de koepel), moeten de controles van de afzonderlijke werkgebieden worden uitgevoerd
met de correcte stabilisatieconfi guratie bij de rotatie van de koepel op het bijbehorende
werkgebied. Ook moet worden gecontroleerd of de werkgebieden veranderen in
overeenstemming met de voorziene draaihoeken van de koepel. Bij dit type machine
blokkeert de momentbegrenzer ook de rotatiebewegingen van de koepel.
Gevaar: Alle tests moeten worden uitgevoerd zonder medewerkers aan boord van
de werkplatform.
Let op: Indien tijdens de test het werkbereik de tolerantie mocht overschrijden, onderbreek
dan onmiddellijk de test en neem contact op met het servicecentrum de Fabrikant.
Opmerking: De straal moet worden gemeten met een schietlood en bij een
gedraaide werkplatform.
27. Verifi eer vanuit het werkstation in de werkplatform:
•
de correcte werking van de microschakelaar (zie "Tab. 7. Functies en
veiligheidsinrichtingen en desbetreffende sensoren"); met opgeheven mobiele
toegangsbeveiliging (hekje) moeten alle bewegingen van de hele Machine worden
verhinderd/gestopt (alleen voor de versie met werkplatform van glasvezel met mobiele
toegangsbeveiliging die als leuningen fungeert).
•
de correcte werking van de paddenstoelvormige noodstopknop (blokkering van de
109
FILENAME: PT Idraulica ed.1 rev.2_uso
A10
C8
en
A10
C8
en
Advertenties
Inhoudsopgave
