Inspectie/onderhoud
8
Inspectie- en onderhoudsintervallen
8.2
Inspectie- en onderhoudsintervallen
188
•
Voorkom bij onderhouds- en inspectiewerkzaamheden dat er vreemde voorwerpen
in de tandwielkast komen.
•
Het is niet toegestaan de tandwielkast te reinigen met een hogedrukreinigingsappa-
raat. Het gevaar bestaat dat er water in de tandwielkast komt en dat afdichtingen
beschadigd raken.
•
Voer na afloop van alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden een veiligheids-
en functiecontrole uit.
•
Neem de veiligheidsaanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
Houd u aan de volgende inspectie- en onderhoudsintervallen.
Tijdsinterval
•
Dagelijks
•
Maandelijks
•
Na 500 bedrijfsuren
•
Om de 3000 bedrijfsuren, minstens
halfjaarlijks
•
Al naargelang bedrijfsomstandig-
heden, minstens om de 12 maanden
•
Afhankelijk van de bedrijfsomstan-
digheden (zie grafiek op volgende
pagina), uiterlijk om de vijf jaar
Montage- en technische handleiding – Explosiebeveiligde rechte en haakse tandwielkasten serie X..
Vereiste actie
•
Temperatuur van de behuizing controleren:
•
Synthetische olie: max. 100°C
•
Geluid van de tandwielkast controleren
•
Tandwielkast controleren op lekkages
•
Oliepeil controleren (hoofdstuk 8.4)
•
Eerste olieverversing na eerste inbedrijfstelling
(hoofdstuk 8.6)
•
Controleer de oliekwaliteit (hoofdstuk 8.5)
•
Afdichtingsvet bij nasmeerbare afdichtingsystemen bijvullen
(hoofdstuk 8.8 en 8.9)
•
Bij V-riemaandrijvingen: riemspanning en toestand van
V-riemschijven en riem controleren (hoofdstuk 6.16)
•
Controleren of de bevestigingsbouten stevig vastzitten
•
Toestand van de motorpomp /ONP controleren en evt. het
filterelement vervangen
•
Toestand van de olie-water-koeler /OWC controleren
(hoofdstuk 8.14)
•
Toestand van de olie-lucht-koeler /OAC controleren
(hoofdstuk 8.15)
•
Toestand van de olie-water-koeler /OWP controleren,
evt. filterelement vervangen (hoofdstuk 8.16)
•
Toestand van de olie-lucht-koeler /OAP controleren,
evt. filterelement vervangen (hoofdstuk 8.17)
•
Oliefilter reinigen, evt. filterelement vervangen
•
Ontluchtingsventiel controleren, evt. vervangen
(hoofdstuk 8.7)
•
Uitlijning aandrijfas en uitgaande as controleren
(hoofdstuk 6)
•
Controleer alle rubberen slangen op toestand en dichtheid
(veroudering)
•
Controleer alle wartels en leidingen op dichtheid
•
Synthetische olie verversen