Alarm, foutopsporing ◆ ProMix™ II-alarmsignalen
Fout in de communicatie(E1)
Oorzaak
•
Het communicatiesignaal tussen de EasyKey™-display en
het slimme vloeistofpaneel of het operatorstation werd
onderbroken.
•
De optische glasvezelkabel is geknapt of verbogen.
•
Vuile uiteinden van de optische glasvezelkabel.
•
Een communicatiekabel of connector is defect.
Fout bij het doorspuiten (E2)
Oorzaak
•
De ProMix™ II detecteert stroming in de vernevelingslucht
naar het pistool tijdens de doorspuit- of kleurwisselings-
procedure.
•
Bij systemen met een pistoolspoelkast: De operator
selecteert doorspuiten of kleurwisseling als het pistool
zich niet in de pistoolspoelkast bevindt.
Bij systemen die ingesteld zijn voor Autodump (blz. 36),
Autodump wordt gestart als het pistool zich niet in de
pistoolspoelkast bevindt.
Kleurwisseling of doorspuiten afbreken:
Druk op de toets Stand-by
52
, vervolgens op de toets Alarm uitschakelen
Oplossing
•
Controleer of alle kabels op de juiste wijze zijn aange-
sloten. Zie Kabelaansluitingen op blz. 20.
•
Controleer of de kabels niet zijn geknapt of zijn gebogen in
een straal die kleiner is dan 1,6 in. (40 mm).
•
Haal de uiteinden van de optische glasvezelkabel los en
reinig ze met een niet pluizende doek.
•
Vervang de kabel.
Oplossing
•
Controleer of de lucht naar het pistool is afgesloten en
of de veiligheidsklep voor de vernevelingslucht is aange-
sloten en functioneert.
•
Controleer of het pistool zich in de pistoolspoelkast bevindt
en de deur volledig gesloten is. Zie handleiding 310695
voor nadere informatie over de pistoolspoelkast.
VOORZICHTIG
Het materiaal kan zijn uitgehard in het systeem. Plaats het
pistool altijd in de pistoolspoelkast als het niet wordt
gebruikt.
om het alarm uit te schakelen.
310804C