Doorspuiten ◆ Gemengd materiaal uit het systeem verwijderen
Doorspuiten
WAARSCHUWING
Lees de waarschuwingen op blz. 6. Volg de instructies
onder Aarding op blz. 23.
WAARSCHUWING
Draag een veiligheidsbril om te voorkomen dat er
vloeistof in de ogen spat.
Er staan 4 doorspuitprocedures in deze handleiding:
•
Gemengd materiaal uit het systeem verwijderen
(onder)
•
Kleur 0 gebruiken (blz. 45)
•
Het vloeistofaanvoersysteem doorspuiten (blz. 46)
•
De monsterafnamekranen en leidingen doorspuiten
(blz. 48)
Bepaal aan de hand van de criteria die bij elke proce-
dure staan welke procedure u gaat gebruiken.
Gemengd materiaal uit het
systeem verwijderen
Soms wilt u alleen de vloeistofverdeler doorspuiten,
bijvoorbeeld:
•
aan het einde van de houdbaarheid
•
spuitonderbrekingen waarbij u de houdbaarheid
overschrijdt
•
bij stilstand 's nachts
•
voordat u de vloeistofverdeler, de slang of het
pistool een servicebeurt geeft.
De zijde van het mengstuk voor component B (katalysa-
tor, rechts) en de binnenste leiding van de mengkamer
worden met oplosmiddel doorgespoten. De zijde van
component A (hars, links) en de buitenste leiding van de
mengkamer worden met lucht doorgespoten.
1.
Druk op Stand-by
2.
WAARSCHUWING
Volg Drukontlastingsprocedure op blz. 38. Zet de
trekker op de veiligheidspal. Als u een hogedrukpistool
gebruikt, verwijder dan de spuittip en reinig de tip
afzonderlijk.
44
op het operatorstation.
3.
WAARSCHUWING
Als u een elektrostatisch pistool gebruikt en een pis-
toolspoelkast, sluit dan de elektrostatische aandrijving
uit voordat u het pistool in de kast plaatst.
4.
Stel de drukregelaar voor de aanvoer van het
oplosmiddel op een drukwaarde die hoog genoeg
is om het systeem grondig door te spuiten binnen
een redelijke tijd, maar laag genoeg om spatten of
letsel door injectie te voorkomen. Over het alge-
meen is een instelling van 100 psi (0,7 MPa, 7 bar)
voldoende.
5.
Als u een pistoolspoelkast gebruikt, plaats dan het
pistool in de kast. Druk op de toets Doorspuiten
op het operatorstation. De doorspuitproce-
dure start automatisch.
Als u geen pistoolspoelkast
gebruikt, spuit dan met het pistool in
een geaarde metalen opvangbak tot
de doorspuitprocedure is afgerond.
Als u klaar ben met spuiten, dan schakelt het
operatorstation automatisch over op stand-by.
6.
Als het systeem niet volledig schoon is, herhaal
dan stap 5.
Pas zonodig de doorspuitprocedure aan, zodat
er slechts één cyclus nodig is.
7.
WAARSCHUWING
Volg Drukontlastingsprocedure op blz. 38. Zet de
trekker op de veiligheidspal.
8.
Als de spuittip was verwijderd, breng hem dan weer
aan.
9.
Zet de drukregelaar voor de aanvoer van het oplos-
middel weer terug op de normale werkdruk.
blz. 24
310804C