Mechanische installatie
5
Montage rollenaandrijving ECR
5
Mechanische installatie
5.1
Montage rollenaandrijving ECR
5.1.1
Uitvoering A
26
Technische handleiding – Veldbusbesturing ECC-DFC, rollenaandrijving ECR, motorreductor ECG
VOORZICHTIG
Als de as niet volgens voorschrift wordt vastgezet kan de motorrol onherstelbaar be-
schadigd raken.
Mogelijke materiële schade.
•
Zorg dat de kabel bij de montage niet wordt beschadigd.
•
Houd bij de schroefverbindingen rekening met het correcte aanhaalmoment.
•
Gebruik bij het vastdraaien van schroeven en moeren geen slagmoersleutel.
•
Installeer de motorrol haaks op het zijprofiel. Bij een installatiebreedte van
500 mm is een afwijking van 1 mm toegestaan.
•
Let op de montagehoek van 1.8° voor conische rollen.
seert het gebruik van ECF-K-montageplaten.
AANWIJZING
De procedure bij de mechanische installatie is afhankelijk van de betreffende uitvoe-
ring van de motorrol.
•
Kabelzijde: M12×1.25 op zeskant 11 mm
•
Tegengestelde zijde: M8 binnendraad
•
Bevestigingsplaats: Moer M12/schroef M8
Voor de montagegaten worden de volgende afmetingen aanbevolen:
11.3
15 mm ≤
SEW‑EURODRIVE
advi-
29185020171