OPSLAG BIJ LAGE TEMPERATUREN OF VOOR LANGE TIJD
STARTEN ZONDER HET BRANDSTOFSYSTEEM TE VULLEN
BELANGRIJK: Er mag niet meer gas gegeven worden voordat de motor stationair en regelmatig loopt en de
watertemperatuur een temperatuur heeft bereikt van ten minste 54 °C (130 °F). Indien er voortijdig meer gas
gegeven wordt terwijl de PCM in de loopstand staat, zal de motor slecht starten en niet goed presteren.
1.
Sluit de vaste hoofd brandstofslang aan op de motor.
2.
Er mag niet meer gas gegeven worden voordat de motor stationair en regelmatig loopt en de
watertemperatuur een temperatuur heeft bereikt van ten minste 54 °C (130 °F).
3.
Torn de motor 10 seconden lang en stop dan.
4.
Herhaal de tornprocedure totdat de motor start en geleidelijk loopt. Kijk op de instrumenten of alle
systemen goed werken.
5.
Controleer de motor zorgvuldig op lekkage van brandstof, olie, vloeistof, water en uitlaatgassen.
6.
Controleer of het stuursysteem en de schakel- en gashendel naar behoren werken.
HET BRANDSTOFSYSTEEM VULLEN VÓÓRDAT DE MOTOR GESTART
WORDT
Brandstof is brandbaar en kan exploderen. Controleer of de contactsleutel op Uit staat en of de
dodemansschakelaar zo is ingesteld dat de motor niet kan aanslaan. Rook niet en zorg dat vonken en
open vuur uit de buurt blijven tijdens de procedure. Zorg voor goede ventilatie van de werkruimte en
vermijd langdurige blootstelling aan brandstofdampen. Controleer altijd op eventuele lekkage voordat u
probeert de motor te starten en verwijder gemorste brandstof altijd onmiddellijk.
1.
Verwijder de plug uit het waterscheidend brandstoffilter zoals hieronder afgebeeld en steek een
slangpilaar in het waterscheidend brandstoffilter.
a -
plug van waterscheidend brandstoffilter
b -
slangpilaar
2.
Bevestig een losse brandstoftank van het buitenboord type met inspuitbalg aan de weerhaakfitting met
een slangklem.
3.
Pers de inspuitbalg totdat de balg stevig wordt.
WAARSCHUWING
!
b
a
76
6166
nld