FC 300 Programmeerhandleiding
4-17 Koppelbegrenzing generatormodus
Range:
100.0 %
*
4-18 Stroombegr.
Range:
160.0 %
*
4-19 Max. uitgangsfreq.
Range:
132.0
*
Hz
Wanneer par. 4-16
Koppelbegrenzing motormodus
Snelh. open lus
is ingesteld op
tomatisch aangepast.
Functie:
[0,0 - Variabele be-
Met deze parameter wordt de koppelbegrenzing bij generator-
grenzing %]
werking ingesteld. De koppelbegrenzing is actief in het snel-
heidsbereik tot aan de nominale motorsnelheid (par. 1-25). Zie
afbeelding voor par. 4-16 en par. 14-25 voor meer informatie.
Functie:
[0,0 - Variabele be-
Met deze parameter wordt de koppelbegrenzing bij motorwer-
grenzing %]
king ingesteld. Om de motor te beschermen tegen het bereiken
van het uitvalkoppel is de standaardinstelling 1,6 x het nominale
motorkoppel (berekende waarde). Wanneer een instelling in
par. 1-00 tot par. 1-26 wijzigt, worden par. 4-16 tot par. 4-18
niet automatisch gereset naar de standaardinstellingen.
Om een maximaal uitgangskoppel te verkrijgen en te voorko-
men dat de motor afslaat, wordt het aanbevolen om par. 4-18
niet
lager in te stellen dan par. 4-16 en 4-17 (Koppelbegrenzin-
gen).
Functie:
[0.0 - 1000.0 Hz]
Deze parameter biedt een eindbegrenzing van de uitgangsfre-
quentie van de omvormer voor een verbeterde veiligheid voor
toepassingen waarbij onbedoelde, te hoge snelheden moeten
worden vermeden. Deze eindbegrenzing geldt in elke configu-
ratie (ongeacht de instelling in par. 1-00).
NB!
Max. uitgangsfrequentie mag niet hoger zijn dan 10% van de schakelfrequentie van
de omvormer (par. 14-01).
®
MG.33.M2.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
wordt gewijzigd terwijl par. 1-00
Min. stroom bij lage snelh.
[0] wordt par. 1-66
2. Programmeren
2
au-
95