1. Inleiding
Pulsingang/incrementele encoder
1
Een externe, digitale pulszender die wordt gebruikt voor een terugkoppeling van de motorsnel-
heid. De encoder wordt gebruikt in toepassingen waarvoor een uiterst nauwkeurige snelheidsre-
geling vereist is.
RCD
Residual Current Device (reststroomapparaat).
Setup
U kunt parameterinstellingen in vier setups opslaan. Het is mogelijk om tussen de vier parame-
tersetups te schakelen en de ene setup te bewerken terwijl een andere setup actief is.
SFAVM
Schakelpatroon genaamd Stator Flux-oriented Asynchronous Vector Modulation (par. 14-00).
Slipcompensatie
De frequentieomvormer compenseert het slippen van de motor met een aanvulling op de fre-
quentie op basis van de gemeten motorbelasting, waardoor de motorsnelheid vrijwel constant
wordt gehouden.
Smart Logic Control (SLC)
De SLC is een reeks door de gebruiker gedefinieerde acties die wordt uitgevoerd wanneer de
bijbehorende, door de gebruiker gedefinieerde gebeurtenissen door de SLC worden geëvalueerd
als TRUE. (Parametergroep 13-xx.)
Standaard FC-bus
Bijvoorbeeld RS 485-bus met FC-protocol of MC-protocol. Zie parameter 8-30.
Thermistor:
Een temperatuurafhankelijke weerstand die geplaatst wordt op plaatsen waar de temperatuur
bewaakt moet worden (frequentieomvormer of motor).
Uitschakeling (trip)
Een toestand die zich voordoet in foutsituaties, bijv. als de frequentieomvormer wordt blootgesteld
aan een overtemperatuur of wanneer de frequentieomvormer de motor, het proces of het me-
chanisme beschermt. Een herstart is niet mogelijk totdat de oorzaak van de fout is verdwenen en
de uitschakelingsstatus is opgeheven door het activeren van de reset of, in sommige gevallen,
doordat een automatische reset is geprogrammeerd. Een uitschakeling (trip) mag niet worden
gebruikt voor persoonlijke veiligheid.
Uitschakeling met blokkering
Een toestand die zich voordoet in foutsituaties waarbij de frequentieomvormer zichzelf beschermt
en fysiek ingrijpen noodzakelijk is, bijv. als de frequentieomvormer onderhevig is aan een kort-
sluiting op de uitgang. Een uitschakeling met blokkering kan alleen worden opgeheven door de
netvoeding af te schakelen, de oorzaak van de fout weg te nemen en de frequentieomvormer
opnieuw aan te sluiten op het net. Een herstart is niet mogelijk totdat de uitschakelingsstatus is
opgeheven door het activeren van de reset of, in sommige gevallen, doordat een automatische
reset is geprogrammeerd. Een uitschakeling (trip) mag niet worden gebruikt voor persoonlijke
veiligheid.
VT-karakteristieken
Variabel-koppelkarakteristieken die worden gebruikt voor pompen en ventilatoren.
8
®
MG.33.M2.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding