FC 300 Programmeerhandleiding
1-93 Thermistorbron
Option:
*
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
2.4.10. Aansluiting KTY-sensor
(Alleen FC 302)
KTY-sensoren worden met name gebruikt in servomotoren met permanente magneten (PM-mo-
toren) voor dynamische aanpassing van de motorparameters, als statorweerstand (par. 1-30) voor
PM-motoren en tevens als rotorweerstand (par. 1-31) voor asynchrone motoren, afhankelijk van
de wikkelingstemperatuur. De berekening is als volgt:
Rs
Rs
=
KTY-sensoren kunnen worden gebruik voor motorbeveiliging (par. 1-97).
De FC 302 kan werken met drie typen KTY-sensoren, gedefinieerd in par. 1-95. De actuele sen-
sortemperatuur kan worden uitgelezen via par. 16-19.
Functie:
Selecteer de ingang waarop de thermistor (PTC-sensor) moet
worden aangesloten. Het is niet mogelijk om een analoge in-
gang (optie [1] of [2]) te selecteren wanneer de analoge ingang
al wordt gebruikt als referentiebron (ingesteld in par. 3-15
ferentiebron 1
3
).
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor
loopt.
Geen
Anal. ingang 53
Anal. ingang 54
Dig. ingang 18
Dig. ingang 19
Dig. ingang 32
Dig. ingang 33
( 1 + α
x
x
Δ
20°
C
cu
®
MG.33.M2.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Referentiebron 2
, 3-16
) Ω waarbij α
T
= 0.00393
cu
2. Programmeren
Re-
Referentiebron
of 3-17
65
2