2. Programmeren
2.17.4. 16-3* Status omvormer
Parameters voor het aangeven van de status van de frequentieomvormer.
2
16-30 DC-aansluitsp.
Range:
0 V
16-32 Remenergie/s
Range:
0,000
kW
16-33 Remenergie/2 min.
Range:
0.000k
*
W
16-34 Temp. koellich.
Range:
0 °C
16-35 Inverter therm.
Range:
0 %
16-36 Geïnv. nom. Stroom
Range:
*
A
16-37 Geïnv. Max. Stroom
Range:
*
A
208
*
[0-10000 V]
[0,000-0,000 kW]
*
[0.000 - 500.000 kW] Geef het remvermogen weer dat naar een externe remweer-
*
[0-255 °C]
*
[0 - 0 %]
[0.01 - 10000.00 A]
[0.01 - 10000.00 A]
MG.33.M2.10 – VLT
Functie:
Geeft een gemeten waarde weer. De waarde wordt gefilterd,
waardoor het na een wijziging van een ingangwaarde circa 30
ms kan duren voordat de uitleesgegevens zijn bijgewerkt.
Functie:
Geef het remvermogen weer dat naar een externe remweer-
stand wordt overgebracht, weergegeven als een momentane
waarde.
Functie:
stand wordt overgebracht. Het gemiddeld vermogen wordt be-
rekend als een gemiddelde over de laatste 120 seconden.
Functie:
Geeft de temperatuur van het koellichaam van de frequentie-
omvormer weer. De uitschakellimiet is 90 ± 5 °C en de eenheid
schakelt opnieuw in bij 60 ± 5 °C.
Functie:
Geef de procentuele belasting op de inverter weer.
Functie:
Geef de waarde van de nominale stroom van de inverter weer.
Deze waarde moet overeenkomen met de gegevens op het mo-
tortypeplaatje van de aangesloten motor. De gegevens worden
gebruikt voor het berekenen van het koppel, de motorbeveili-
ging en dergelijke.
Functie:
Geef de maximale stroom van de inverter weer. Deze waarde
moet overeenkomen met de gegevens op het motortypeplaatje
van de aangesloten motor. De gegevens worden gebruikt voor
het berekenen van het koppel, de motorbeveiliging en dergelij-
ke.
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding