2. Programmeren
2
0-12 Setup gekoppeld aan
Option:
32
Functie:
Om tijdens bedrijf probleemloos over te kunnen schakelen naar
een andere setup moeten setups met parameters die niet tij-
dens bedrijf te wijzigen zijn worden gekoppeld. De koppeling
zorgt ervoor dat de 'niet te wijzigen tijdens bedrijf' parameters
worden gesynchroniseerd wanneer tijdens bedrijf tussen setups
wordt geschakeld. 'Niet te wijzigen tijdens bedrijf' parameters
zijn gemarkeerd als FALSE in de parameterlijst in de paragraaf
Parameterlijsten
.
De functie in par. 0-12 voor het koppelen van setups wordt ge-
bruikt door Multi setup in par. 0-10
wordt gebruikt om tussen setups te schakelen tijdens bedrijf
(d.w.z. terwijl de motor draait).
Voorbeeld:
Gebruik Multi setup om van Setup 1 naar Setup 2 te schakelen
terwijl de motor draait. Programmeer Setup 1 eerst en zorg er
vervolgens voor dat Setup 1 en Setup 2 worden gesynchroni-
seerd (of 'gekoppeld'). De synchronisatie kan worden uitge-
voerd op twee manieren:
1. Wijzig de instelling van par. 0-11
[2] en stel par. 0-12
zal het koppelings(synchronisatie)proces starten.
®
MG.33.M2.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
Actieve setup
Setup wijzigen
Setup gekoppeld aan
Setup 1
in op
. Multi setup
Setup 2
in
[1]. Dit