2. Programmeren
10-15 Netcontrole
Alleen lezen vanaf LCP.
2
[0]
[1]
2.13.4. 10-2* COS-filters
Parameters voor het configureren van de COS-filterinstellingen.
10-20 COS-filter 1
Range:
0000
10-21 COS-filter 2
Range:
0000
10-22 COS-filter 3
Range:
0000
10-23 COS-filter 4
Range:
0000
2.13.5. 10-3* Toeg. parameters
Parametergroep voor toegang tot geïndexeerde parameters en het definiëren van de program-
meringssetup.
162
*
Uit
Aan
*
[0-FFFF]
*
[0-FFFF]
*
[0-FFFF]
*
[0-FFFF]
MG.33.M2.10 – VLT
Selecteer de stuurbron voor Geval 21/71 en 20/70.
Maakt besturing via analoge/digitale ingangen mogelijk.
Maakt besturing via de veldbus mogelijk.
Functie:
Stel de waarde in voor COS-filter 1 voor het instellen van het
filtermasker voor het statuswoord. Bij het werken in COS (Chan-
ge-Of-State) filtert deze functie bits uit het statuswoord die niet
moeten worden verzonden als deze wijzigen.
Functie:
Stel de waarde in voor COS-filter 2 voor het instellen van het
filtermasker voor de voornaamste actuele waarde. Bij het wer-
ken in COS (Change-Of-State) filtert deze functie bits uit de
voornaamste actuele waarde die niet moeten worden verzonden
als deze wijzigen.
Functie:
Stel de waarde in voor COS-filter 3 voor het instellen van het
filtermasker voor PCD 3. Bij het werken in COS (Change-Of-
State) filtert deze functie bits uit PCD 3 die niet moeten worden
verzonden als deze wijzigen.
Functie:
Stel de waarde in voor COS-filter 4 voor het instellen van het
filtermasker voor PCD 4. Bij het werken in COS (Change-Of-
State) filtert deze functie bits uit PCD 4 die niet moeten worden
verzonden als deze wijzigen.
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding