Opmerking: Afhankelijk van het apparaattype kunnen
details op de afbeelding verschillen, bijv. de kleur en
de vorm.
Toelichting
Kookplaat
1
Bedieningsvelden
2
1
Koelventilator
3
Apparaatdeur
4
1
Ovenlade
5
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
6.2 Bedieningsvelden
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Bedieningselementen
Via de bedieningselementen kunt u alle functies van uw
apparaat instellen en informatie krijgen over de ge-
bruikstoestand.
Bedieningselement
Knoppen en display
1
2
3
Functiekeuzeknop
4
5
Temperatuurknop
Kookzone-knoppen
Uw apparaat leren kennen nl
Toelichting
De knoppen zijn aanra-
kingsgevoelige vlakken.
Om een functie te kiezen,
slechts licht op het betref-
fende veld drukken.
Op het display zijn sym-
bolen van actieve functies
en de tijdfuncties te zien.
→ "Knoppen en display",
Pagina 12
Met de functiekeuzeknop
stelt u de verwarmings-
methoden en meer func-
ties in.
De functiekeuzeknop kunt
u vanuit de nulstand
naar rechts en links draai-
en.
Afhankelijk van het appa-
raattype is de functiekeu-
zeknop verzonken. Voor
het vergrendelingen of
ontgrendelingen in de nul-
stand op de functiekeu-
zeknop drukken.
→ "Verwarmingsmethoden
en functies", Pagina 12
Met de temperatuurknop
stelt u de temperatuur
voor de verwarmingsme-
thode in en kiest u instel-
lingen voor andere func-
ties.
De temperatuurknop kunt
u naar links of rechts
draaien. Hij heeft geen
nulstand.
Afhankelijk van het appa-
raattype kan de tempera-
tuurknop worden verzon-
ken. Voor het verzinken of
omhoog komen op de
temperatuurknop druk-
ken.
→ "Temperatuur en instel-
standen", Pagina 13
Met de 4 kookzoneknop-
pen stelt u het vermogen
van de afzonderlijke kook-
zones in.
Aan het symbool boven
de betreffende knop kunt
u zien welke kookzone er-
mee kan worden inge-
steld.
11