Gebruiksaanwijzing 3-38 Montage- en installatievoorschrift 39-53 Gebruiksaanwijzing Hierop moet u letten _________________________________________ 3 Veiligheidsvoorschriften ................4 Materiële schade ..................6 Uw nieuwe apparaat _________________________________________ 7 Het bedieningspaneel ................... 7 De elektronische klok ................... 8 De kookplaat ....................10 De oven ...................... 11 Voor het eerste gebruik _____________________________________ 13 Tijd instellen ....................
Hierop moet u letten Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en veilig bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift goed, samen met de verschillende toebehoren. Geeft u het apparaat door aan anderen, doe de gebruiksaanwijzingen en de toebehoren er dan bij.
Veiligheidsvoorschriften Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd. Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten. Volwassenen en kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken • wanneer ze daartoe lichamelijk niet in staat zijn, • of wanneer ze niet over de kennis en ervaring beschikken om het apparaat veilig te bedienen.
Pagina 6
Onvoldoende ventilatie bij Nooit de gas-kookzones gebruiken in niet- het koken op geventileerde ruimtes. Bij gaskookzones komt extra gaskookzones warmte en vocht vrij. Bij een langere kooktijd de afzuigkap inschakelen of intensief ventileren. Brandgevaar! Nooit de afzuigkap inschakelen wanneer de kookzones niet met kook- of bakgerei zijn afgedekt.
Materiële schade Schade aan de kookplaat Gebruik de gas-kookzones alleen wanneer er kook- of bakgerei opstaat. Verwarm geen lege pannen. De bodems van de pannen raken dan beschadigd. Zorg ervoor dat de pannen niet leegkoken. Dit geldt vooral voor email- en aluminiumpannen. De bodem van de pan moet schoon en droog zijn.
Uw nieuwe apparaat Hier leert u uw nieuwe apparaat kennen. U krijgt informatie over het bedieningspaneel, de kookplaat, de oven, de verwarmingsmethoden en de toebehoren. Kookplaat Bedieningspaneel Elektronische klok Oven Het bedieningspaneel Indicatielampje oven Bedieningsknop gasbranders Bedieningsknop oven...
De elektronische klok Met de elektronische klok kunt u de oven regelen. Zo kunt u bijv. vooraf het tijdstip instellen waarop de oven moet inschakelen of waarop het bak- of kookproces door de automatische tijdsinschakeling dient te worden beëindigd. De elektronische klok kan ook als kookwekker worden gebruikt.
Pagina 10
Functietoetsen U kiest de functie uit door meerdere keren op de betreffende functietoets te drukken. Met de toetsen + en - stelt u de tijdsduur of de tijd in. Op het display kunt u de ingestelde waarden aflezen. Functietoetsen Gebruik Q Kookwekker Tijdsduur instellen Tijdsduur instellen voor...
De kookplaat Normale brander (1,75 kW) Wokbrander Spaarbrander (3,30 kW) (1,00 kW) Sterke brander Pannenhouder (3,00 kW) Soorten gasbranders Gasbrander Diameter van de pan Spaarbrander 8-16 cm Normale brander 12-20 cm Sterke brander 18-22 cm Wokbrander 22-26 cm Bedieningsknop Met de bedieningsknoppen kunt u het gasbrander verwarmingsvermogen van de gasbranders instellen.
Toebehoren Toebehoren Beschrijving Wokring Extra pannenhouder voor een wok; om op de wokbrander te leggen. Espresso-opzetstuk Opzetstuk voor een espressokan; om op de spaarbrander te leggen. De oven U kunt de oven bedienen met behulp van de twee bedieningsknoppen, een functiekeuzeknop en een temperatuurkeuzeknop.
Pagina 13
Temperatuurkeuzeknop Met deze bedieningsknop stelt u de temperatuur in. Stand Betekenis 50-max (250) Temperatuurbereik in °C Toebehoren De toebehoren kunnen op 5 verschillende hoogtes in de oven geschoven worden. U kunt de toebehoren voor twee derde naar buiten trekken, zonder dat ze omkantelen. Zo kunnen de gerechten gemakkelijk uit de oven worden gehaald.
Voor het eerste gebruik Neem de volgende aanwijzingen in acht voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Verwijder de verpakking van het apparaat en voer deze volgens voorschrift af. Tijd instellen Om te beginnen gaat u na of op het display het symbool AUTO en drie nullen knipperen.
Branderdeksels en -kelken reinigen Hiervoor gaat u als volgt te werk: Maak de branderdeksels (A) en kelken (B) schoon met water en afwasmiddel. Droog de onderdelen goed af. Plaats de betreffende branderkelk (B) op de kookzone (C). Leg de branderdeksel (A) precies op de branderkelk (B).
Zo bedient u de kookplaat Let erop dat de branderdeksel altijd exact op de branderkelk zit. De sleuven bij de branderkelk moeten vrij zijn. Alle onderdelen dienen droog te zijn. Gasbranders in- en uitschakelen Gasbranders inschakelen Druk op de bedieningsknop voor de gewenste kookstand en draai deze op stand ™.
Zo bedient u de oven U heeft de mogelijkheid de oven op verschillende manieren in te stellen. U kunt de oven regelen via de elektronische klok. Functies van de oven Functie Gebruik Voor het ontdooien van vlees, Ontdooistand gevogelte, vis, brood en slagroomtaarten.
Zo bedient u de elektronische klok U kunt de elektronische klok met de hand bedienen. Eerst op de betreffende functietoets drukken en vervolgens de tijd of de tijdsduur met de toetsen + en - instellen. De ingestelde waarde wordt overgenomen. U kunt de instellingen ook tijdens het gebruik veranderen of wissen en het proces zo afbreken.
Elektronische klok instellen Nadat het apparaat elektrisch is aangesloten of na een stroomuitval verschijnt op het display symbool AUTO en drie nullen. Stelt u de tijd in. De bedieningsknop voor de oven dient uitgeschakeld te zijn. > Tijd instellen Druk op de functietoets Stel met de toetsen + en - de actuele tijdsduur in.
Automatische tijdschakeling instellen Via de elektronische klok kunt u de oven automatisch uit- of in- en uitschakelen. Automatisch uitschakelen Het bakken of braden begint direct. U kunt de keuken ook gedurende kortere tijd verlaten. Werkingsduur instellen Draai de functiekeuzeknop op de gewenste functie en de temperatuurkeuzeknop op de gewenste temperatuur.
Automatisch in- en uitschakelen Het bakken of braden begint voor de ingestelde tijdsduur op een door u gekozen, later tijdstip. Werkingsduur instellen Draai de functiekeuzeknop op de gewenste functie en de temperatuurkeuzeknop op de gewenste temperatuur. De oven gaat aan. Druk op de functietoets Stel met de toetsen + en - de werkingsduur in.
Reinigen en onderhouden Gebruik nooit een hogedrukreiniger of een stoomstraalapparaat! Gevaar voor kortsluiting! Gebruik nooit scherpe of schurende schoonmaakmiddelen. Het oppervlak kan beschadigd worden. Wanneer zo'n middel op de voorzijde terechtkomt, neem het dan direct af met water. Maak geen ovenoppervlakken schoon die nog heet zijn.
Pagina 23
Apparaatbestanddeel Reinigingsmiddel en -hulp Gasbranders • Branderkelken en -deksels verwijderen; zeepsop gebruiken; goed nadrogen. • Ontstekingskaars en thermo-element schoonmaken met een vochtige doek of een kleine, zachte borstel; goed nadrogen. • Bij het terugplaatsen: de branderkelk op de kookzone zetten; branderdeksel exact op de branderkelk plaatsen.
Ovendeuren inbrengen en verwijderen Om de oven gemakkelijker te reinigen kunt u de ovendeuren verwijderen. De scharnieren van de ovendeuren zijn alle door middel van een blokkeerhendel beveiligd. Wanneer de blokkeerhendel dichtgeklapt (A) is, is de ovendeur beveiligd. Deze kan niet worden verwijderd.
Pagina 25
Ovendeur inbrengen Hiervoor gaat u als volgt te werk: Zet de ovendeur schuin. Plaats beide scharnieren in de opnames links en rechts. De pal van het scharnier moet aan beide kanten inklikken. De ovendeur openen. De beide blokkeerhendels naar links en rechts helemaal dichtklappen.
Inhangroosters verwijderen en inbrengen Om de inhangroosters afzonderlijk te reinigen en de ovenwanden eenvoudiger schoon te maken kunt u de inhangroosters verwijderen. De inhangroosters zijn op drie punten aan de ovenwanden bevestigd. Inhangroosters verwijderen Ga op de volgende manier te werk om de inhangroosters te verwijderen: Pak het inhangrooster aan de bovenkant vast en druk het naar beneden.
Storingen en servicedienst Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid. Neem alstublieft de volgende aanwijzingen in acht voor u de servicedienst belt. Aanwijzingen voor Storing Mogelijke oorzaak oplossingen Het apparaat werkt niet Zekering defect. Controleer in de meterkast of de zekering voor het toestel in orde is.
Ovenlamp vervangen Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen. Temperatuurbestendige reservelampen kunt u kopen bij de servicedienst of in speciaalzaken. Vermeld a.u.b. het E-nummer en het FD-nummer van uw apparaat. Gebruik uitsluitend originele lampen. Hiervoor gaat u als volgt te werk De betreffende zekering in de meterkast uitschakelen.
Servicedienst Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. Het adres en telefoonnummer van de dichtstbijzijnde servicedienst vindt u in het telefoonboek. Ook de aangegeven servicediensten kunnen u helpen aan een serviceadres bij u in de buurt. Enummer en FDnummer Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd het productnummer (Enr.) en het...
Tabellen en tips Hier krijgt u tips en trucs voor het klaarmaken van levensmiddelen met uw apparaat. Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende optimale instellingen. U kunt nalezen welke verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is voor uw gerecht en welke toebehoren op welke inschuifhoogte gebruikt dienen te worden.
Tips voor het gebruik van de oven Niet voorverwarmen De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de tabel van de gebruiksaanwijzing is opgegeven. Donkere bakvormen Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op. Meerdere taarten of cakes Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
Bakken Bakvormen Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen. Bij heldere bakvormen van dun materiaal of bij glazen vormen wordt de baktijd langer. Het gerecht wordt ongelijkmatig gebruind. Zet de bakvormen altijd in het midden van het bak- en braadrooster. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht gelijkmatiger bruin wordt.
Taart, cake en gebak De oven voorverwarmen. De waarden die in de volgende tabel worden opgegeven gelden voor gerechten die in de voorverwarmde oven worden geplaatst. Verwarm de oven 10-15 minuten voor. Bijkomende informatie vindt u onder “Tips voor het bakken"...
Tips voor het bakken U wilt bakken volgens uw Raadpleeg de tabel voor gelijksoortig gebak. eigen recept. Zo stelt u vast of de cake Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept goed doorbakken is. vermelde baktijd met een stokje in het hoogste punt van het gebak.
Braden Vormen U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Zet de vorm altijd midden op het rooster. Voor grote stukken vlees is ook de geëmailleerde bakplaat geschikt. Tips Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Doe bij mager vlees 2 tot 3 eetlepels en bij stoofvlees 8 tot 10 eetlepels vloeistof, afhankelijk van de grootte.
Vlees en vis Bijkomende informatie vindt u onder “Tips voor het braden" na de tabellen. Inschuif- Functie Temperatuur Tijdsduur Gerecht hoogte °C Minuten Kalfsvlees 1-1,2 kg 70-90* 60-80 Rosbief (doorbakken) 1-1,2 kg 170-180 20-25 Lamsvlees 1-1,5 kg 80-100* Varkensvlees 1-1,2 kg 70-90* 70-90 Braadkip 1-1,8 kg...
Tips voor het braden Voor het gewicht van het Neem het opgegeven gewicht als uitgangspunt en vlees staan geen gegevens verleng of verkort de bereidingstijd in overeenstemming in de tabel. hiermee. Hoe kunt u vaststellen of het Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de vlees klaar is? speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
Pagina 40
Montage- en installatievoorschrift Veiligheidsvoorschriften ____________________________________ 41 Voor het opstellen __________________________________________ 42 Apparaat ..................... 42 Richtlijnen voor de toe- en afvoer van lucht ..........44 Montage van de instelvoeten _________________________________ 45 Elektrische aansluiting ______________________________________ 46 Gasaansluiting _____________________________________________ 48 Omschakeling van de gassoort _______________________________ 50 Koppen vervangen ..................
Veiligheidsvoorschriften Alleen wanneer het apparaat volgens deze handleiding op deskundige wijze wordt gemonteerd en geïnstalleerd, is een veilig gebruik gegarandeerd. Bij schade of storingen als gevolg van een onjuiste montage of installatie is de monteur of de installateur aansprakelijk. Alle installatie- en instellingswerkzaamheden en de omzetting naar een andere gassoort dienen door een erkend vakman, en met inachtneming van de regelingen en voorschriften van de plaatselijke gas-...
Voor het opstellen Houd u aan de volgende opgaven voor het apparaat en aan de richtlijnen voor de toevoer en afvoer van lucht. Apparaat Apparaatklassen Dit apparaat voldoet aan de volgende apparaatklassen: Apparaatklasse Beschrijving Klasse 1 niet vlak aangebouwd kooktoestel Klasse 2 - onderklasse 1 Het kooktoestel dat direct aansluit op twee eenheden en daarmee een...
Pagina 44
Aangrenzende meubels Aangrenzende meubels mogen niet uit brandbare materialen bestaan. Aangrenzende voorzijden van meubels dienen tot minstens 90°C temperatuurbestendig te zijn. Wordt het apparaat dichtbij andere eenheden geïnstalleerd, dan dient u zich aan de in de afbeelding weergegeven minimale afstanden te houden. Typeplaatje Het typeplaatje met de nummers vindt u op de achterkant van het apparaat en aan de rechterkant...
Richtlijnen voor de toe- en afvoer van lucht Dit apparaat mag alleen in een voldoende geventileerde ruimte en volgens de geldende voorschriften en ventilatievoorschriften worden opgesteld. Let erop dat de voor de verbranding noodzakelijk luchthoeveelheid niet minder dan 2 m /h per kW vermogen mag bedragen (zie kW totaal vermogen op het typeplaatje).
Montage van de instelvoeten Het fornuis wordt geleverd met een set instelvoeten. Vooraf: • Alle niet vast gemonteerde onderdelen, met name pannenhouders en branders, verwijderen. • Toebehoren uit de oven nemen. Instelvoeten monteren Om de voeten te monteren gaat u op de volgende manier te werk:) •...
Elektrische aansluiting Alleen een daartoe bevoegde vakman mag het apparaat aansluiten. Het apparaat moet volgens de laatste IEE-Richtlijnen (Institution of Electrical Engineers) worden geïnstalleerd. Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat worden beschadigd. Verzeker u ervan dat de spanningswaarde van het elektriciteitsnet overeenkomt met de waarde die op het typeplaatje staat aangegeven.
Pagina 48
Vervanging van de De vervanging van de elektriciteitskabel vindt plaats elektriciteitskabel via het klemmenblok. De elektriciteitskabel dient van het type H05RRF, 3 x 1,5 mm² te zijn. Laat de elektriciteitskabel iets langer, zodat u het apparaat voor schoonmaakwerkzaamheden iets naar voren kunt trekken.
Gasaansluiting Het apparaat dient volgens de geldende voorschriften aangesloten te zijn. Controleer alvorens het apparaat te installeren of de plaatselijke voorwaarden (gassoort en -druk) en de apparaatinstellingen met elkaar overeenkomen. De voorwaarden voor de apparaatinstellingen vindt u op het typeplaatje. De verbinding met de gasleidingen en de dichtingen dienen op deskundige wijze, volgens de op dat moment geldende normen, te worden uitgevoerd.
Pagina 50
Flexibele slangen Gebruikt u flexibele slangen, let er dan op dat: • De slangen niet ingeklemd of bekneld worden. • De slangen niet aan trek- of draaikrachten onderhevig zijn. • De slangen bijv. niet in contact komen met snijkanten of scherpe randen. •...
Omschakeling van de gassoort Wanneer het apparaat niet al op de beschikbare gassoort ingesteld is, dient het omgezet te worden. Ook de omzetting naar een andere gassoort dient door een erkend vakman en met inachtneming van de geldende voorschriften te worden uitgevoerd. De gassoort en -druk, die vooraf in de fabriek zijn ingesteld, zijn op het typeplaatje aan de achterzijde van het apparaat weergegeven.
Minimale gastoevoer instellen Ga op de volgende manier te werk om de minimale gastoevoer van de ventiel-gaskraan in te stellen: • Schakel de branders in en draai de bedieningsknop in de richting van de kleine vlam. • Trek de bedieningsknop eraf. Draai door de gaskraanopening van het bedieningspaneel aan de binnenste instelschroef tot er een correcte, stabiele vlam brandt.
Bevestigen en in de juiste stand brengen Wanneer het apparaat wordt opgesteld op de definitieve standplaats dient er genoeg ruimte te zijn om het naar voren te trekken voor schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden. De ondergrond moet hard en stabiel zijn. De wand direct achter het fornuis dient uit niet- brandbaar materiaal, zoals tegels, te bestaan.
Pagina 56
Siemens-Electrogeräte GmbH Carl-Wery-Str. 34 D-81739 München NL > 04.2008...