7.3
Programmering
7.3.1
Programma oproepen of laden
7.3.2
Programma invoeren of wijzigen
7.3.3
Automatisch buffergeheugen
7.4
Rotordetectie
7.5
Koeling (voor centrifuges met koeling)
7.5.1
Aanwijzingen over koeling
AB5005nl
[PROG] om de parameter „PROG-nr" te selecteren.
1.
Gebruik de knop
Het invoerveld krijgt een donkere achtergrond.
2.
Stel de gewenste programmapositie in met de
[RCL] .
3.
Druk op toets
De centrifugatiegegevens voor de gewenste programmapositie
worden weergegeven.
1.
Stel de gewenste parameters in.
[PROG] om de parameter „PROG-nr" te selecteren.
2.
Gebruik de knop
Het invoerveld krijgt een donkere achtergrond.
3.
Stel de gewenste programmapositie in met de
Als de weergave van de programmapositie knippert, dan is deze pro-
grammapositie al bezet met centrifugatiegegevens. Stel in dit geval
een vrije programmapositie in of overschrijf de centrifugatiegegevens
door verder te gaan.
[STO] .
4.
Druk op toets
Instellingen worden op de gewenste programmapositie opge-
slagen.
5.
Druk tweemaal op de toets
Reeds opgeslagen centrifugatiegegevens worden overschreven.
Het buffergeheugen omvat de programmaposities "----" en 90 t/m 99.
Na elke start van een centrifugatieloop worden gewijzigde centrifugatiege-
gevens automatisch opgeslagen op de programmapositie "----".
De gewijzigde centrifugatiegegevens van de laatste 11 centrifugatielopen
zijn in het buffergeheugen opgeslagen en kunnen worden opgeroepen.
■
Na de start van een centrifugatieloop wordt er een rotordetectie uitge-
voerd.
■
Als de rotor is vervangen, wordt de centrifugatieloop na rotordetectie
afgebroken. De rotorcode (R) en het maximale rotortoerental (n-max) van
de nieuw gedetecteerde rotor worden weergegeven.
■
Indien het maximale toerental van de gebruikte rotor lager is dan het
ingestelde toerental, wordt het toerental begrensd op het maximale toe-
rental van de rotor.
Bij centrifuges met de optie verwarmen/koelen kan de temperatuur-streef-
waarde worden ingesteld van -20 °C tot +90 °C. Als de werkelijke tempera-
tuur meer dan 5 °C afwijkt van de doeltemperatuur, wordt dit aangegeven
door een knipperende weergave van de temperatuurwaarde.
De laagst haalbare temperatuur is afhankelijk van de rotor .
Rev.: 18 / 11.2023
Softwarematige bediening
[Draaiknop] .
[Draaiknop] .
[STO] .
37 / 51