Bediening
Bij het gebruik van bloed-
zakken moet op het volgende
worden gelet:
Hoekrotoren beladen
28 / 51
1.
Controleer of de rotor stevig vastzit.
2.
De centrifugebuizen moeten symmetrisch en gelijkmatig over alle
rotorposities worden verdeeld.
Op elke rotor is het gewicht van de toegestane vulhoeveelheid aange-
geven. Het gewicht mag niet worden overschreden.
Bij het beladen van de bekers en bij het uitzwenken van de bekers
tijdens de centrifugatieloop mag er geen vloeistof in de bekers en in
de centrifugaalkamer terechtkomen.
Bij containers met rubberen inzetstukken moeten zich altijd hetzelfde
aantal rubberen inzetstukken onder de centrifugebuisjes bevinden.
Alle rotorposities moeten worden ingenomen door identieke bekers.
Bepaalde bekers zijn gemarkeerd met het nummer van de rotorplaats.
De bekers mogen alleen op de daarvoor bestemde plaats op de rotor
worden gebruikt.
Bekers gemarkeerd met een setnummer (bijvoorbeeld S001/4),
mogen alleen in een set worden gebruikt.
1.
Indien de bekers niet met hetzelfde gewicht gevuld zijn, kunnen de
verschillen gecompenseerd worden met contragewichten.
2.
Mochten er niet voldoende bloedzaksystemen beschikbaar zijn om de
rotor volledig te beladen, dan kunnen lege bekers worden gevuld met
compenserende elementen.
3.
Indien nodig wordt de fijnafstelling uitgevoerd met de meegeleverde
compensatiegewichten.
Personeel:
■
Getrainde gebruikers
Rev.: 18 / 11.2023
AB5005nl