Hfdst.
Uit te voeren werkzaamheden
8.5
Kapotte hematocriet-capillairen vervangen
8.2
Instructies voor reiniging en desinfectie
8.3
Schoonmaken
Apparaat reinigen
AB1801nl
GEVAAR
Besmettingsgevaar voor de gebruiker door onvoldoende rei-
niging of het niet naleven van de reinigingsvoorschriften.
−
Neem de reinigingsvoorschriften in acht.
−
Draag bij het reinigen van het apparaat persoonlijke
beschermingsmiddelen.
−
Houd u aan de laboratoriumvoorschriften (bijv. TRBA's,
IfSG, hygiëneplan) voor de omgang met biologische
agentia.
■
Apparaat en accessoires mogen niet in een vaatwasser worden gerei-
nigd.
■
Voer alleen handmatige reiniging en vloeibare desinfectie uit.
■
De watertemperatuur mag niet hoger zijn dan 25 °C.
■
Om corrosie veroorzaakt door reinigings- of ontsmettingsmiddelen te
voorkomen, is het essentieel om de speciale toepassingsinstructies van
de fabrikant van het reinigings- of ontsmettingsmiddel op te volgen.
Desinfectiemiddelen:
■
Oppervlakte-desinfectiemiddelen (geen desinfectiemiddelen voor
handen of instrumenten)
■
Ethanol als enige werkzame stof.
Het kijkvenster in het deksel van het apparaat mag niet met een
mengsel van ethanol en propanol worden gedesinfecteerd.
■
Concentratie niet lager dan 30%
■
pH-waarde: 6 - 8
■
Niet corrosief
1.
Open het deksel.
2.
Schakel het apparaat uit en koppel het los van de stroomvoorziening.
3.
Accessoires verwijderen.
4.
Reinig de centrifugebehuizing en de centrifugaalkamer met zeep of
een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek.
5.
Verwijder na gebruik van schoonmaakmiddelen de resten van het
middel met een vochtige doek.
6.
Oppervlakken moeten onmiddellijk na het reinigen worden gedroogd.
7.
Indien er zich condens vormt, droogt u de centrifugaalkamer met een
absorberende doek.
Rev.: 10 / 11.2023
Reiniging en onderhoud
X
35
33 / 40