Inbedrijfstelling
Opslagomstandigheden
4.2
Transportbeveiliging bevestigen
1
2
Afb. 13: Transportvergrendeling
1
Afstandshulzen
2
Schroeven
5
Inbedrijfstelling
5.1
De centrifuge uitpakken
16 / 40
■
De luchtvochtigheid mag niet condenserend zijn. De luchtvochtigheid
moet tussen 10% en 80% liggen.
■
Let op het gewicht van het apparaat.
■
Bij transport met een transporthulpmiddel (bijv. transportwagen) moet
het transporthulpmiddel minimaal 1,6 maal het transportgewicht van het
apparaat kunnen dragen.
■
Beveilig het apparaat tijdens transport tegen kantelen en vallen.
■
Transporteer het apparaat nooit op zijn kant of ondersteboven.
■
Het apparaat moet in de originele verpakking worden bewaard.
■
Bewaar het apparaat alleen in droge ruimtes.
■
De opslagtemperatuur moet tussen -20 °C en +60 °C liggen.
■
De luchtvochtigheid mag niet condenserend zijn. De luchtvochtigheid
moet tussen 10% en 80% liggen.
Personeel:
■
Getrainde gebruikers
Deksel is gesloten.
Netvoedingskabel is losgekoppeld van het apparaat.
1.
Kantel het apparaat op zijn achterkant.
2.
Plaats 2 afstandshulzen (
3.
Draai de 2 schroeven (
1
2
VOORZICHTIG
Gevaar van beknelling door uit de transportverpakking val-
lende onderdelen.
−
−
VOORZICHTIG
Gevaar van letsel door het tillen van zware lasten.
−
−
Rev.: 10 / 11.2023
1 ).
2 ) erin.
Houd het apparaat tijdens het uitpakken in evenwicht.
Open de verpakking alleen op de daarvoor bedoelde
punten.
Zorg voor een passend aantal helpers.
Let op het gewicht. Zie ⮫
gegevens" op pagina 9 .
Hoofdstuk 3.1 „Technische
AB1801nl