verwijderen drukt u op DELETE. Wanneer u de geselecteerde buffer wenst
te wijzigen drukt u op MODIFY. Wanneer u een buffer wenst toe te voegen
drukt u op ADD. Gebruik de pijltoetsen om te wijzigen. Druk op ACCEPT om
te bevestigen. Druk op ESC om dit menu te verlaten zonder wijzigingen te
activeren.
KALIBRATIEPUNTEN BEKIJKEN
Met deze functie kunt u instellen of het instrument de laatste kalibratiepun-
ten zal weergeven op het instrument of niet. Druk op de functionele toets om
deze optie te wijzigen. Wanneer de functie geselecteerd (ENABLED) is zullen
de laatste kalibratiepunten in het display worden weergegeven.
KALIBRATIE BUITEN BEREIK
Met deze functie geeft het display aan of het meetpunt zich binnen het
kalibratiegebied bevindt. Druk op de functionele toets om de optie te veran-
deren.
25