een alarm weergeven. Dit geeft aan dat het instrument opnieuw moet wor-
den gekalibreerd.
Opmerking
Wanneer het instrument niet is gekalibreerd of de kalibratiegege-
vens zijn verwijderd, is er geen kalibratieinterval. Het scherm zal
dan CAL en DUE altijd weergeven.
Opmerking
Wanneer er abnormale waarnemingen plaatsvinden tijdens de
RTC, zal het instrument automatisch naar de 'expired calibrati-
on'-status terugkeren.
LAATSTE pH-KALIBRATIEDATA
Na een geslaagde kalibratie zullen alle data worden opgeslagen. Om die weer
te geven drukt u op de GLP-toets in de pH-meetmodus.
Opmerking
De weergegeven buffers zijn die gebruikt bij vorige kalibratie.
Eigen buffers worden weergegeven met een '*' rechts van de
bufferwaarde. NO USER CALIBRATION (geen kalibratie) zal worden
weergegeven wanneer het instrument nog niet is gekalibreerd of
wanneer de gegevens zijn gewist.
INSTELLINGEN
In het instellingenmenu kunt u meetparameters weergeven en indien nodig
aanpassen. Er zijn algemene instellingen die gelden voor alle parameters, en
er zijn enkele parameterspecifieke instellingen.
Beschrijving
Backlight
niveau achtergrondver-
lichting
Contrast
contrastniveau
Auto light off
tijd waarop achtergrond-
verlichting automatisch
uitgeschakeld wordt
Auto power off
tijd waarop instrument
automatisch uitgeschakeld
wordt
Geldige waarden
0 tot 7
0 tot 20
1, 5, 10, 30 min.
uit, 5, 10, 30, 60 min.
Standaard
4
10
1
30
19