toetsen of niet. Druk op de functionele toets om deze functie in te schakelen
(ENABLE) of uit te zetten (DISABLE). Wanneer deze functie aan staat zal het
instrument een biepgeluid geven wanneer er een toets wordt ingedrukt of
wanneer kalibratie kan worden bevestigd. Een lange biep geeft aan dat de
ingedrukte toets niet actief is of dat verkeerde condities gemeten worden bij
kalibratie.
WACHTWOORD/INSTRUMENT ID
Kies INSTRUMENT ID. Druk MODIFY. Gebruik de pijltoetsen om te wijzigen.
Druk op ACCEPT om te bevestigen. Druk op ESC om dit menu te verlaten
zonder wijzigingen te activeren.
OVERDRACHTSNELHEID
Kies BAUD RATE. Druk MODIFY. Gebruik de pijltoetsen om te wijzigen. Druk
op ACCEPT om te bevestigen. Druk op ESC om dit menu te verlaten zonder
wijzigingen te activeren.
METERINFORMATIE
Kies METER INFORMATION. Druk SELECT.
De meter toont volgende informatie:
23