SATEL
bediendeel:
UITGANG
Programmering wordt uitgevoerd via de "stap voor stap" methode (zie: p. 7).
1. Selecteer de uitgang.
2. Uitgang functie.
3. Instel tijd.
4. Activering door zones [activering door blokken is voor uitgangen met functies 18. IN
en 20. ALARM/IN STATUS, maar ook voor storingen op een uitgang met
STATUS
functie 19. STORING (zie: Sectie U
5. Uitgang opties.
6. Uitgang naam [alleen in het LCD bediendeel].
7.2
Uitgang functies
0. N
IET IN GEBRUIK
– signaleert inbraak, paniek en sabotage alarmen.
1. F
LITSER
–
2. S
signaleert
IRENE
waarschuwingsalarmen.
Hoe de sabotage alarmen signaleren op uitgangen met functie 1. F
hangt af van de algemene opties S
.
SIRENES
– signaleert alarmen van zone functies 0 t/m 5.
3. I
NBRAAK
– signaleert brandalarmen van het bediendeel en zone functie 10. 24
4. B
RANDALARM
B
.
RAND
5. O
VERVAL ALARM
van het alarmsysteem of voor het herstellen van het alarm.
– signaleert paniek alarmen van het bediendeel en 7. 24
6. P
ANIEK ALARM
functie.
7. M
EDISCH ALARM
M
zone functie.
EDISCH
8. A
-
LARM
GEEN VERIFICATIE
–
9. A
LARM
GEVERIFIEERD
10. S
ABOTAGE ALARM
11. V
OEDING BRAND DETECTOREN
met een automatisch verificatie alarm. Na activering van de brandzone zal de uitgang voor
16 seconden uitgeschakeld worden. Nadat de voeding er weer opgezet is en er nog een
activering van de brandzone optreed, dan zal een brandalarm worden gegenereerd.
IN – een specifieke uitgang voor voeden van detectoren welke niet actief
12. V
OEDING BIJ
dienen te zijn als het alarmsysteem uitgeschakeld is. De uitgang wordt actief als het
geselecteerde blok ingeschakeld wordt (de uitgangsvertraging niet meegerekend).
– signaleert activeringen van de zone(s).
13. Z
ONE OPEN
– signaleert deze zones bij een uitgeschakeld systeem.
14. B
EL
– gestuurd door zones, schema's, bediendeel of handzender.
15. G
ESTUURD
– geeft aan of het systeem klaar is voor inschakelen, bijv. of er geen zones
16. K
LAAR STATUS
actief zijn (actief indien de geselecteerde zones in rust zijn).
17. U
ITGANGSVERTRAGING STATUS
– geeft aan of het geselecteerde blok ingeschakeld is (na beëindiging van de
18. IN
STATUS
uitgangsvertraging).
functie
inbraak,
– signaleert dat een O
– signaleert medische assistentie oproepen van het bediendeel en 9. 24
– signaleert niet– geverifieerde alarmen.
– signaleert geverifieerde alarmen.
– actief bij sabotage alarmen.
– een specifieke uitgang voor voeden van brand detectoren
– geeft aan dat de U
VERSA IP
S
ERVICE
MODE
ITGANG PARAMETERS
paniek
en
sabotage
ABOTAGE ALARM ALTIJD LUID
code gebruikt is voor het in of uitschakelen
VERVAL
ITGANGSVERTRAGING
2. H
3. U
ARDWARE
)].
alarmen
LITSER
en S
ABOTAGE ALARM OP
actief is.
41
).
ITGANGEN
en
ook
de
en 2. S
IRENE
U
P
zone
U
ANIEK
U