SATEL
Opties – opties voor het SIA-IP formaat:
Zend MAC adres – indien de optie ingeschakeld is wordt het MAC adres met de
gebeurtenis code meegestuurd.
Zend tijd/datum – indien de optie ingeschakeld is wordt de tijd en datum met de
gebeurtenis code meegestuurd (de meldkamer kan de tijd en datum in het
alarmsysteem wijzigen).
Encryptie – indien de optie ingeschakeld is wordt de data gecodeerd verzonden. Ook de
tijd en datum worden met de gebeurtenis code meegestuurd (de meldkamer kan de tijd
en datum in het alarmsysteem wijzigen).
SIA-IP sleutel – de sleutel om de data te coderen welke naar de meldkamer verzonden
wordt via het SIA-IP formaat.
Hex – indien de optie ingeschakeld is kunt u tot 32 alfanumerieke karakters invoeren voor de
SIA-IP S
. Indien de optie uitgeschakeld is kunt u tot 16 alfanumerieke karakters
LEUTEL
invoeren voor de SIA-IP S
SIA-IP acct – een serie tot 16 alfanumerieke karakters welke gebruikt wordt ter identificatie
van het alarmsysteem bij doormelding over het SIA-IP formaat.
Supervisie interval – voor rapportage in het SIA-IP formaat kunnen extra transmissies
verstuurd worden op gespecificeerde tijdsintervallen om zo de communicatie met de
meldkamer te controleren. U kunt dagen, uren, minuten en seconden programmeren
tussen de transmissies. Het invoeren van alleen nullen betekent dat er geen extra
transmissies verstuurd zullen worden.
11.5 Gebeurtenis codes
Voor de puls en Ademco Express formaten, is het nodig om codes te programmeren welke
worden verzonden naar de meldkamer indien een gedefinieerde gebeurtenis optreed. Een
gebeurtenis bestaat uit 2 hexadecimale karakters (cijfers of letters van A tot F).
De gerapporteerde gebeurtenissen zijn deze waarvoor een andere code geprogrammeerd is
dan "00".
Voor Contact ID en SIA formaten worden de gebeurtenis codes in hun specifieke formaat
verzonden. In het geval van C
worden geprogrammeerd bij de gebeurtenissen (indien niet standaard ingesteld) welke
gerapporteerd dienen te worden (niet de geprogrammeerde code, maar een CID of SIA
formaat specifieke code zal worden verzonden).
11.6 Meldkamer instellingen
1. Voordat u gaat programmeren, dient u bij de meldkamer alle benodigde gegevens op te
vragen!
afhankelijk van de communicatie methode:
telefoonnummer van de meldkamer (PAC – telefoon);
server adres, TCP poort nummer, S
via het Ethernet netwerk),
rapportage formaat,
klantnummer welke aan het alarmsysteem toegewezen wordt,
lijst met gebeurteniscodes (niet van toepassing op Contact ID en SIA formaten).
2. Bepaal of de gebeurteniscodes verzonden moeten worden naar beide meldkamers, of
maar naar één: PAC 1
3. Definieer of het aantal gebeurtenissen van dezelfde bron beperkt dienen te worden
(G
EBEURTENISSEN BEPERKEN
VERSA IP
.
LEUTEL
ID (
ONTACT
SELECTIE
2, PAC 1, PAC 2 of PAC 1
OF
optie).
) en SIA (
SELECTIE
en ETHM
ERVER SLEUTEL
2).
EN
) dienen de codes te
(rapportage
SLEUTEL
77