8
Programmeren van telefoonnummers
Om cijfers in te voeren gebruikt u de numerieke toetsen en om karakters in te voeren
gebruikt u de
gewenste karakter verschijnt - zie: tabel 1). Tot 16 karakters kunnen worden ingevoerd.
Sommige van de speciale karakters nemen twee posities in (a, b, c, d, # en ). Indien deze
gebruikt worden kunt u minder dan 16 karakters invoeren.
Aan de linker bovenzijde van het display wordt informatie over de letter grootte weergegeven:
[ABC] of [abc] (deze wordt getoond na het indrukken van een willekeurige toets en zal voor
een paar seconden zichtbaar worden na de laatste toetsaanslag). Gebruik de
toetsen om de cursor te verplaatsen. De
van de cursor.
Karakters beschikbaar na het indrukken van een toets
toets
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
Tabel 1. Karakters beschikbaar in het bediendeel tijdens invoer van telefoonnummer (om de
Speciale karakters
B
C
D
E
F
#
a
b
c
d
,
,
en
mode [ABC]
#
B
C
D
E
F
lettergrootte te wijzigen, druk op de
schakel over naar puls bellen
schakel over naar toon bellen (DTMF)
wachten op additioneel signaal
3 seconden pauze
10 seconden pauze
toon in DTMF mode
# toon in DTMF mode
overige tonen gegenereerd in DTMF mode
Tabel 2. Speciale karakter functies.
VERSA IP
toetsen (houd de toets ingedrukt totdat het
toets verwijdert het karakter aan de linkerzijde
toets
Functie omschrijving
mode [abc]
1
#
2
a
b
3
d
4
5
6
7
8
9
0
).
SATEL
en
c