42
– signaleert storingen.
19. S
TORINGEN
20. A
/ IN
LARM
STATUS
mode – na beëindiging van de uitgangsvertraging).
21. D
ETECTOREN HERSTELLEN
te
herstellen.
(de uitgangsvertraging niet meegerekend). De uitgang kan ook geactiveerd worden door
de U
ITGANGEN HERSTELLEN
22. ETHM
STORING STATUS
7.3
Uitgang parameters
Afb. 10. DLOADX programma: "VERSA – Uitgangen" scherm.
Naam uitgang – individuele naam van de uitgang (tot 16 karakters).
Insteltijd – de tijdsduur voor alarm uitgangen en voor activering van de uitgangen 13. Z
, 14. B
, 15. G
OPEN
EL
wijzigt het functioneren van sommige uitgangen:
– alarm uitgangen blijven actief totdat het alarm hersteld is,
– de 13. Z
ONE OPEN
optie is dan niet beschikbaar),
– een 14. B
EL
gebruikersfunctie: U
– de 15. G
ESTUURD
uitgeschakeld wordt door de klok of door deactiveren van de uitgang via het bediendeel
(Maak/Breek functie).
Activering: zones – de zones waarvan de status effect hebben op de status van de uitgang.
Activering: inschakel mode blokken – de inschakel mode in het blok, welke de uitgang
activeert: de 18. I
1. Blok 1 – Volledig IN mode
2. Blok 1 – Nacht IN mode
3. Blok 1 – Dag IN mode
4. Blok 2 – Volledig IN mode
– signaleert alarmen (pulserende mode) en de IN status (altijd aan
– een specifieke uitgang om het alarmgeheugen in detectoren
De
uitgang
wordt
gebruikersfunctie.
– signaleert storingen van de ingebouwde Ethernet module.
en 21. D
ESTUURD
uitgang blijft actief voor zolang de zone geactiveerd blijft (de P
uitgang blijft actief totdat deze gedeactiveerd wordt door de
ITGANGEN HERSTELLEN
uitgang blijft actief totdat deze weer aangestuurd wordt door de zone ,
,of 20. A
N STATUS
LARM
VERSA IP
actief
als
het
ETECTOREN HERSTELLEN
,
/ IN S
uitgang:
TATUS
systeem
ingeschakeld
. Invoeren van de waarde 0
SATEL
wordt
ONE
ULS