ruimte tonen. Als de ruimte vol is verschijnt gedurende enkele seconden "Log space is ful"
wanneer de logtoets wordt geselecteerd. Kies VIEW LOGGED DATA MODE en verwijder logs om
nieuwe opslagruimte te creëren.
LOGS BEKIJKEN
Druk in meetmodus op RCL. Druk op MAN.LOG om het bereik te selecteren. Gebruik de pijltjestoetsen om in
de lijst te bladeren en druk op VIEW.
Als er geen gegevens zijn gelogd, zal "No Records" verschijnen. Gebruik de pijltjestoetsen om in
de lijst te bladeren. Druk op DELETE ALL of DELETE om logs te verwijderen. Druk op MORE om
meer informatie over de gekozen log te bekijken en gebruik de pijltjestoetsen om door de
loginformatie te bladeren.
Gebruik PGUP of PGDOWN om de complete informatie al dan niet
weer te geven. Gebruik de pijltjestoetsen om te bladeren in de opgeslagen data.
Als DELETE wordt ingedrukt: gebruik de pijltoets om de te verwijderen log te selecteren en druk
dan op CFM. Druk op ESC om te verlaten.
Als DELETE wordt ingedrukt vraagt het instrument om bevestiging. Druk op ACCEPT om te
bevestigen. Druk op ESC om dit menu te verlaten zonder wijzigingen.
Voor het USP-bereik zal het instrument het monster-ID, analysetijd en datum weergeven.
Gebruik de pijltjestoetsen om de gewenste data de selecteren. Druk op MORE om de complete
informatie weer te geven. Druk op PGDOWN of PGUP om te bladeren.
AUTOMATISCH LOGGEN
Met deze functie kunt u tot 1.000 metingen opslaan. Alle gegevens kunnen worden overgezet
naar een pc via de USB-poort met behulp van de HI92000 software.
Het geheugen is georganiseerd in recordlots. Eén lot kan van 1 tot 1.000 records bevatten.
Het maximum aantal lots is 100.
START AUTOLOG
Stel het gewenste loginterval in het Setup-menu in.