Bereik
Kies RANGE SELECT. Druk op MODIFY en gebruik de pijltjestoetsen om te wijzigen.
Druk op ACCEPT om te bevestigen. Druk op ESC om dit menu te verlaten zonder wijzigingen. Bij
AUTOMATIC verandert het bereik automatisch afhankelijk van de invoer. De waarden worden
getoond met max. 6 cijfers. Als de meetwaarde meer dan 6 cijfers heeft, knippert de
maximumwaarde.
Opmerking; Bereik kan enkel ingesteld worden voor EC en resistiviteit.
Celconstante
Kies CELL CONSTANT. Druk op MODIFY om te wijzigen.
Gebruik de pijltjestoetsen om te wijzigen. Druk op op ACCEPT om te bevestigen. Druk op ESC om
dit menu te verlaten zonder wijzigingen.
Kalibratie buiten bereik
wijzigen. Bij 'aan' wordt "OUT CAL BEREIK" weergegeven als de EC-meting niet binnen het
kalibratiebereik ligt.
Temperatuurcoëfficiënt
Kies TEMPERATURE COEF. Druk op MODIFY om aan te passen. Gebruik de pijltjestoetsen om de
waarde te veranderen. Druk op ACCEPT om te bevestigen. Druk op ESC om dit menu te verlaten
zonder wijzigingen.
Temperatuurreferentie
Kies TEMPERATURE REF [°C]. Gebruik de functietoets om te wijzigen.
Eenheid temperatuur
Met deze functie kunt u wisselen tussen °C en °F. Druk op de functionele toets om een andere
eenheid te selecteren.
MANUEEL LOGGEN
Met deze functie kunt u tot 400 metingen opslaan. Alle gegevens kunnen worden overgezet
naar een pc via de USB-poort met behulp van de HI92000 software.
HUIDIGE GEGEVENS LOGGEN
de meetstand op LOG. Het instrument zal gedurende enkele seconden het lognummer en de vrije
Kies OUT OF CAL. RANGE WARNING. Gebruik de functietoets om te
Om de huidige meting op te slaan in het geheugen, drukt u vanuit