Afb.36 Typeplaat op de buitenunit
Afb.37 Benodigde opstelruimte voor de bin
nenmodule
5 0 0
1160 mm
8 2
7 m
m
m i
Afb.38 Schema met de afstanden tussen
modules
2
3
B
A
7623793 - v03 - 06102015
MW-M001832-1
0 0
n . 5
m i
2 5
0 m
m
m m
6 0 0
0 0
n . 5
MW-6000352-2
1
MW-M001439-1
Typeplaat op de buitenunit
5.3.2 Benodigde opstelruimte voor de binnenmodule
Zorg voor voldoende ruimte rond de binnenmodule van de warmtepomp
voor goede bereikbaarheid en vereenvoudiging van het onderhoud.
5.3.3 Afstand tussen de modules
Toelichting
Neem voor de goede werking van de warmtepomp de minimale
en maximale aansluitlengtes tussen de binnenmodule en de bui
tenunit in acht.
1 Buitenunit
2 Binnenmodule
3
Maximumaantal 90°-bochten: 15
Gebruik bochten met een straal van minimaal 100 tot 150 mm
A
Minimum lengte: 2 m
Maximumlengte:
40 m voor AWHP 4 MR – AWHP 6 MR-2 – AWHP 8 MR-2
75 m voor AWHP 11 MR-2 – AWHP 16 MR-2 – AWHP 11
TR-2 – AWHP 16 TR-2
B Maximum opvoerhoogte:
10 m voor AWHP 4 MR – AWHP 6 MR-2 – AWHP 8 MR-2
30 m voor AWHP 11 MR-2 – AWHP 16 MR-2 – AWHP 11 TR-2 –
AWHP 16 TR-2
Als het koelmiddelverbinding tussen de buitenunit en de binnenmodule
korter is dan 2 m, kunnen de volgende problemen optreden:
Functionele storingen als gevolg van teveel vloeistof
Geluidshinder als gevolg van de circulatie van de koelvloeistof
5 Voor de installatie
51