Afb.13 Schema van de werking met hydraulische bijverwarming
+2°C
-2°C
1
0
1
1
0
t1
Richttemperatuur
Gemeten temperatuur
Warmtepompcompressor
0 = compressor Uit
1 = compressor Aan
Tab.20 Operationele fasen met hydraulische bijverwarming
Fase
1
2
3
4
5
6
7623793 - v03 - 06102015
4
2
3
t2
Beschrijving van de werking
Als verwarmen is vereist en indien de gemeten temperatuur meer is dan 2°C lager is dan de richt
temperatuur, wordt de warmtepomp onmiddellijk opgestart.
Tegelijkertijd wordt de vertraging t1 geactiveerd.
Indien na afloop van de vertraging t1 de gemeten temperatuur meer is dan 3°C lager is dan de richt
temperatuur, wordt een bijverwarmingsopdracht afgegeven en start fase 1 op.
De warmtepomp en de fase 1 bijverwarming werken parallel samen tot de richttemperatuur is be
reikt.
Wanneer de gemeten temperatuur = richttemperatuur + 2°C, wordt de fase 1 bijverwarming onmid
dellijk uitgeschakeld en begint de vertraging t2 af te tellen.
Als na afloop van de vertraging t2 de gemeten temperatuur nog steeds hoger is dan de richttempe
ratuur + 2°C, wordt de enig overgebleven generator, d.w.z. de warmtepomp, uitgeschakeld.
Alle generatoren zijn uitgezet.
De systeemtemperatuur (gemeten temperatuur) zal dalen. Als de gemeten temperatuur = richttem
peratuur - 2°C, wordt de warmtepomp onmiddellijk ingeschakeld. Tegelijkertijd wordt de vertraging t1
geactiveerd.
Indien na afloop van de vertraging t1 de gemeten temperatuur meer is dan 2°C lager is dan de richt
temperatuur, wordt een bijverwarmingsopdracht afgegeven en start fase 1 op.
De warmtepomp en de fase 1 bijverwarming werken parallel samen tot de richttemperatuur is be
reikt.
Beschrijving van de werking met hydraulische bijverwarming
5
6
t1
Hydraulische bijverwarming
0 = hydraulische bijverwarming Uit
1 = hydraulische bijverwarming Aan
t1 Vertraging bij opstart bijverwarming
t2 Vertraging bij uitschakelen bijverwarming
4 Beschrijving van het product
MW-2000122-01
35