Beweeg de bedieningsknop naar boven „8" of naar beneden „2" om een ander
accuprogramma te kiezen.
Beweeg de bedieningsknop naar links „4" of naar beneden om terug te keren naar het
hoofdmenu.
• Als de waarden voor de ontlaadstroom en de accuspanning/cellenaantal veranderd moeten
worden, beweeg de bedieningsknop dan naar rechts „6". De ontlaadstroom knippert.
• Beweeg de bedieningsknop naar boven „8" of naar beneden „2" om de ontlaadstroom in
te stellen.
• Beweeg de bedieningsknop naar rechts „6" waarop de accuspanning knippert.
• Beweeg de bedieningsknop naar boven „8" of naar beneden „2" om de accuspanning in
te stellen. Het aantal cellen wordt automatisch veranderd (celspanning van loodaccu's 2 V).
Wordt de bedieningsknop nogmaals naar rechts bewogen dan stopt het knipperen van
de aanduiding. Ga als boven beschreven te werk om de ontlaadstroom of de accuspan-
ning indien nodig te veranderen.
• Start het ontlaadprogramma door de bedieningsknop 3 seconden lang naar rechts „6" te
duwen.
In het geval dat de instellingen onjuist zijn of de oplader een fout constateert, hoort u
een waarschuwingstoon en verschijnt de bijbehorende informatie op het beeldscherm.
Om het waarschuwingssignaal te stoppen en naar het vorige menu terug te keren,
beweegt u de bedieningsknop naar links „4".
Op het beeldscherm ziet u tijdens het ontladen bijvoor-
beeld de volgende gegevens:
Links bovenin wordt het soort accu („Pb" = loodaccu) aangegeven, midden bovenin de
ontlaadstroom en rechts bovenin de accuspanning op dat moment.
Links onderin staat het ingestelde accuprogramma („DSC" = „DISCHARGE") zowel als
het cellenaantal, in het midden de verstreken ontlaadtijd en rechts daarnaast de ontladen
capaciteit in mAh.
• Als de ontlaadprocedure afgerond is, hoort u een geluidssignaal (vooropgesteld dat deze
functie niet is uitgeschakeld).
Om de ontlaadprocedure af te breken, moet u de bedieningsknop naar links „4" bewegen.
44
Pb-6 0.4A 12.59V
DSC 022:45 00132