c) gebruik
• De oplader mag alleen gebruikt worden aangesloten op een gestabiliseerde
gelijkspanning van 11 - 18 V/DC. Afhankelijk van de gewenste laadstroom moet
een passende netvoedingadapter, geschikt voor hoge stroomsterkten, of een
12 V-loodaccu (autoaccu) gebruikt worden.
• Met deze oplader mogen alleen daarvoor geschikte accu's opgeladen worden
(ziet hfst. „Technische Gegevens").
Laad nooit andere accu's of niet-herlaadbare batterijen op. Er bestaat dan
levensgroot gevaar op brand of een ontploffing!
Laad nooit meer dan één accupack tegelijk op en laad ook nooit parallel gescha-
kelde accupacks op!
• Stel voor de start van een oplaad-/ontlaadprocedure altijd eerst het juiste accuty-
pe in het menu van de oplader in. Hetzelfde geldt voor de laad-/ontlaadstroom en
eventuele ander instellingen.
Worden onjuiste instellingen gekozen dan kan niet alleen de oplader beschadigd
worden maar bestaat er ook brand- en ontploffingsgevaar door de accu!
• Sluit altijd eerst de oplaadkabel (en zonodig het balancerboard) op de oplader
aan. Pas daarna mag de oplaadkabel (en zonodig het balancerboard) met de
accu verbonden worden.
Na afloop van het opladen moet in omgekeerde volgorde gehandeld worden;
koppel eerst de accu los van de oplaadkabel (en zonodig van het balancerboard).
Pas daarna mag de oplaadkabel (en zonodig het balancerboard) van de oplader
losgekoppeld worden.
Als u een en ander in verkeerde volgorde doet, bestaat er kans op kortsluiting
wat to brand of een accuontploffing kan leiden!
• Zorg voor voldoende afstand tot brandbare voorwerpen. Zorg voor een afstand
van minsten 20 cm tussen oplader en accu en leg de accu nooit op de oplader.
• Omdat zowel de oplader als ook de aangesloten accu tijdens het opladen/ontla-
den warm worden, is het noodzakelijk te zorgen voor voldoende ventilatie. Dek
de oplader en/of de aangesloten accu nooit af.
Blokkeer nooit een in de oplader ingebouwde ventilator! Let er verder op dat er
door de ventilator geen kleine voorwerpen naar binnen worden gezogen: houd
dus het gebied in het aanzuigbereik van de ventilator vrij.
9