Luchtaansluitingen
Montage van de tussenplaat
1. De bevestigingsschroeven losdraaien en
de drukregelaar (4) samen met de vlakke
verdelerafdichting (3) van de adapter-
plaat (1) halen, daarbij de positie van de
vlakke afdichting in de drukregelaar niet
wijzigen.
Î De lange rubberen tong van de vlakke
verdelerafdichting (3) moet altijd in de
richting van de regelaaruitgang (geredu-
ceerde perslucht) wijzen (zie Fig. 10 en
Fig. 11).
Fig. 11: Montage van een tussenplaat aan aandrijving van het type 3372
36
2. Ronde afdichtringen (2.1) in de boringen
3. De tussenplaat zo op de aansluit- of
4. De drukregelaar (4) met de vlakke verde-
Ingang instrumentenlucht
Uitgang gereduceerde
lucht
2
van de tussenplaat (2) plaatsen.
adapterplaat plaatsen dat de drie aan-
grenzende boringen boven de twee bo-
ringen van 5 mm in de adapterplaat lig-
gen en de boringen (1.1) voor de beves-
tigingsschroeven op één lijn liggen.
lerafdichting (3) op de tussenplaat (2)
plaatsen, de langere bevestigingsschroe-
ven erdoor steken en de onderdelen ste-
vig vastschroeven.
1.1
1
2
2.1
3
4
E
A
A
E
A
A
E
EB 8546 NL