Inhoudsopgave
Advertenties
5 Montage van de
drukregelaar
Î Ter voorkoming van overmatige condens-
verzameling de afstand tussen compres-
sor en drukregelaar zo laag mogelijk
houden.
Î Bij uitvoeringen met filterhouder erop let-
ten dat de aftapschroef naar beneden
wijst.
5.1 Compacte drukregelaars
De montage vindt ofwel direct plaats in de
leiding van de instrumentenluchtdruktoevoer
ofwel met de bijbehorende bevestigingsdelen
(zie accessoires, hoofdstuk 3.4) aan de rail
of aan de hoek.
De flowrichting van de instrumentenlucht
moet absoluut in acht worden genomen. De-
ze is met een pijl op het typeplaatje aange-
geven.
Aansluitplaat
Standaardsticker
Fig. 3: Wijziging van de flowrichting bij compacte drukregelaars
EB 8546 NL
Vlakke afdichting
Drukre-
gelaar
Lange rubberen tong altijd in de richting van de regelaaruitgang
5.1.1
Flowrichting
Bij de compacte drukregelaars 4708-10xx/
-11xx/-14xx en -17xx kan de flowrichting
als volgt worden gewijzigd.
3. De beide bevestigingsschroeven eruit
draaien en de drukregelaar van zijn
aansluitplaat halen.
4. De vlakke verdelerafdichting in de druk-
regelaar eruit halen en 180° gedraaid
weer plaatsen in overeenstemming met
Fig. 3.
Î De lange rubberen tong van de vlakke
afdichting moet altijd in de richting van
de regelaaruitgang wijzen.
5. De drukregelaar stevig op zijn aansluit-
plaat vastschroeven.
6. De sticker op de accessoires via de pijl
van het typeplaatje plakken, zodat de
flowrichting in de desbetreffende richting
wijst.
Aansluitplaat
Sticker met pijl
Montage van de drukregelaar
Bevestigingsschroeven
29
Advertenties
Inhoudsopgave
