Inhoudsopgave Inhoud Blz. Constructie en werking ......6 Montage ........8 Montage op ventiel in gietjukuitvoering .
Pagina 3
Veiligheidsinstructies H oud de bijgevoegde veiligheidsinstructies aan. Het instrument mag alleen door vakpersoneel dat bekend is met de montage, de inbedrijfname en het bedrijf van dit product, worden gemonteerd en in be- drijf worden genomen. Vakpersoneel in de zin van dit inbouw- en bedieningsvoorschrift zijn perso- nen, die vanwege hun vaktechnische opleiding, hun kennis en ervaring en hun kennis van de geldende normen, de hun opgedragen werkzaamheden kunnen beoordelen en mogelijke gevaren daarbij kunnen onderkennen.
Pagina 4
Uitvoeringen Klepstandsteller type 4763- Ex-veiligheid Zonder EEx ia IIC T6 Ex ia CSA/FM Meetveer Pneumatische G1/4 aansluitingen NPT1/4 Elektrische M20x1,5 blauw aansluitingen M20x1,5 zwart Connector Harting Gewenste waarde 4 ... 20 mA 0 ... 20 mA 1 ... 5 mA...
Pagina 5
Technische gegevens Gemeten waarde (slagbereik) 7,5 bis 60mm, met slagverlenging 90 mm bei 20 °C ca. 250 Ω ± 7 % Gewenste waarde 4 ... 20 mA Ex spoelweerst. R bij 20 °C ca. 200 Ω ± 7 % 4 ... 20 mA niet Ex spoelweerst.
Const r u ct i e e n we r k i n g dert tevens proportioneel de aan het pneu- 1. Constructie en werking matische stuursysteem toegevoerde lucht- De elektropneumatische klepstandsteller is druk p bedoeld voor het toekennen van de ventiel- Deze luchtdruk p wekt weer op het meet- stand (gemeten waarde) aan de regeluit-...
Pagina 7
Constructie en werking Slag 10.2 10.1 Output 10.2 10.1 Supply Opstelling van tuit en vaan bij werkingsrichting invers <> hefboom voor ventielslag 11 afdekplaat aanslaghoekstuk 1.1 as 12 versterker bevestigingsschroef stift 13 X -smoring meetmembraan 2.1 moer 14 volumesmoring Q membraanschotel huls 15 gat voor bevestigingsschroef...
Mont a g e De bijbehorende figuren 7 t/m 10 in par. 2. Montage 4.1 moeten worden aangehouden. Voor de montage van de klepstandsteller 2.1 Montage op ventiel in gietjuk- aan ventielen in gietjukuitvoering worden montage-onderdelen nr. 1400-5745 ge- uitvoering bruikt.
Montage 4. Klepstandsteller met bevestigingsschroef 2.2 Montage op ventiel in stanguit- (15) op drager monteren. Let er daarbij voering op dat de stift (2) binnen de draad- spang valt en daardoor tegen de plaat 1. Plaat (20) met schroeven (21) excen- (20) wordt geklemd.
Aansluitingen H oud de bijgevoegde veiligheidsinstructies aan. De kabels voor de gewenste waarde moe- 3 Aansluitingen ten via de kabelwartel op de behuizings- klemmen 11 (+) en 12 (196)worden aange- 3.1 Elektrische aansluitingen sloten. De massa-aansluiting kan intern of extern op de behuizing worden aangeslo- Bij de elektrische installatie moeten ten.
Aansluitingen 3.2 Luchtaansluitingen Membraanstang door veerkracht uitgaand FA De luchtaansluitingen zijn naar keuze als Veiligheidspositie "ventiel dicht" gat met NPT 1/4 of ISO 228/1-G1/4 uitge- (bij doorgangs- en hoekventielen) voerd. Benodigde voedingsdruk = De standaard inschroefkoppelingen voor nom. signaalbereik-eindwaarde + 0,2 bar, metalen en koperen leiding of kunststof slan- tenminste 1,4 bar.
Be d i e n i n g 1. Beide schroeven van de afdekplaat uit- 4. Bediening schroeven, tuithouder (10) met afdek- plaat wegnemen. 4.1 Combinatie van klepstandstel- ler en aandrijving 2. Tuithouder met 180° verdraaid met de afdekplaat weer plaatsen en vastschroe- De combinatie van aandrijving, gewenste ven.
Pagina 13
Bediening Aandrijving: Membraanstang door veerkracht uitgaand FA Hefboom (1) onder de plaat aanliggend Hefboom (1) boven de plaat aanliggend Fig. 7 ⋅ werkingsrichting << aanbouw links Fig. 8 ⋅ werkingsrichting <> aanbouw rechts Aandrijving: Membraanstang door veerkracht ingaand FE Fig. 10 ⋅ werkingsrichting <> aanbouw links Fig.
Bediening 0-100% hebben doorlopen. Het aanvangs- de voedingsdruk conform figuur 14. De bereik ligt dan bij 4 mA en de eindwaarde voorinstelling moet bij een X van ca. 3 % bij 20 mA. Bij split-range bedrijf wordt het liggen. regelaarsignaal voor aansturen van twee 3.
Bediening dan moet de stift (2) ter correctie als 4.3.2 Instelling bij aandrijving: volgt worden verschoven: membraanstang uitgaand FA 4. Verschuiven tot hefboomeinde → slag wordt groter Belangrijk! draaipunt → slag wordt kleiner om te waarborgen dat op het regelventiel Na een correctie is opnieuw inregelen de volledige sluitkracht kan werken moet de van het nulpunt noodzakelijk.
Bediening mA begint met bewegen. 4.4 Vervangen van de meetveer Afwijking via nulpuntschroef (4) corrige- ren, door naar links draaien beweegt Wanneer het bereik moet worden gewij- het regelventiel eerder en door naar zigd of er moet worden overgegaan op rechts draaien later vanuit de eind- split-range bedrijf dan moet de meetveer stand.
Ombouwe n v a n d e elekt r o p n e umat i s c h e k l e pst a n d s tel l e r Benodigde ombouwset vanaf index .03. 5. Ombouwen van de elektropneu- voor G-schroefdraadaansluiting matische klepstandsteller Bestelnr.
Pagina 25
Veiligheidstechnische specificaties bij de inbouw- en bedieningshandleiding voor de klepstandsteller met ATEX-toelating Veiligheidstechnische specificaties conform deel 30 van de EN 60079-0:2009 Belangrijke veiligheidsinstructies Gelakte schroeven in of aan de behuizing mogen niet worden losgemaakt. Het apparaat mag alleen door vakpersoneel dat bekend is met de montage, de inbedrijfname en het Voor het samen schakelen van het intrinsiekveilige bedrijf van dit product, worden gemonteerd en in be-...
Pagina 26
Voor het samenschakelen van het bedrijfsmiddel met energiebegrensde stroomcircuits met ontstekingsklasse Ex nL IIC gelden de toegestane maximale waarden van de conformiteitsverklaring resp. de aanvullingen op de conformiteitsverklaring. Reparatie van Ex-apparaten Wanneer het bedrijfsmiddel in een component waar- van de explosieveiligheid afhangt wordt gerepareerd, dan mag deze pas weer in bedrijf worden genomen, wanneer een deskundige het bedrijfsmiddel conform de eisen van de explosieveiligheid heeft gecontroleerd...