Voorbereidende maatregelen
5.1.2
Draaien van de
drukregelaar
De drukregelaar kan op zijn aansluitplaat zo
worden gedraaid, dat de regelaar voor de
gewenste waarde naar boven of naar onde-
ren wijst.
1. De beide bevestigingsschroeven eruit
draaien en de drukregelaar van zijn
aansluitplaat halen.
2. De vlakke verdelerafdichting uit de druk-
regelaar halen en in deze positie vast-
houden.
Aansluitplaat of adapterplaat
Ingang instru-
mentenlucht
(Supply) >
Vlakke verdelerafdichting
voorkant en achterkant
Regelaaruitgang (lange rubberen tong)
Fig. 4: Draaien van de drukregelaar op zijn aansluit- of adapterplaat
30
Vlakke verdelerafdich-
ting, lange tong altijd
naar uitgang
Ingang instrumentenlucht
3. De drukregelaar met 180° draaien en de
vlakke afdichting weer plaatsen. Hiermee
blijft de richting van de vlakke afdichting
ten opzichte van de boringen voor de in-
strumentenluchttoevoer en regelaaruit-
gang op de aansluitplaat behouden.
Î De lange rubberen tong van de vlakke
afdichting moet altijd in de richting van
de regelaaruitgang (gereduceerde instru-
mentenluchtdruk) wijzen.
4. Drukregelaar vast op zijn aansluitplaat
vastschroeven.
Drukregelaar van boven
Drukregelaar van onderen
Ingang instrumentenlucht
afhankelijk van de positie
van de vlakke afdichting
Bevestigingsschroeven
Uitgang drukregelaar
EB 8546 NL