Service
8
Diagnose met het programmeerapparaat LT-BG
8
Service
8.1
Diagnose met het programmeerapparaat LT-BG
58
De volgende tabel helpt u bij het zoeken naar fouten:
Fout
Oorzaak
Fout wegens overbelasting of over-
stroom van onbelaste motor tijdens
acceleratie
Motoras draait
Overbelasting of
niet
overstroom
Weergave blijft
Geen vrijgave
op "StoP"
voor aandrijving
Aandrijving start
Omgevings-
niet in zeer
temperatuur onder
koude omgeving
−10°C
Aandrijving draait in de vectormodus
niet naar behoren
Oplossing
•
Klemaansluiting ster/driehoek in de motor
controleren.
De nominale bedrijfsspanning van motor en
®
MOVIFIT
basic moeten overeenkomen.
Bij de driehoekschakeling van een spannings-
omschakelbare motor moet altijd de lage spanning
worden aangesloten.
•
Controleren of de rotor van de motor geblokkeerd
is.
•
Controleer of de mechanische rem gelicht is
(indien aanwezig).
•
Controleren of het vrijgavesignaal van de over-
koepelende besturing aanwezig is.
•
Op juiste aansluiting van de M12-steker letten.
•
Parameter P1-12 op klembesturing / handbedrijf
controleren.
•
Als handbedrijf actief is, de toets <Start>
indrukken. De netspanning moet overeenkomen
met de voorschriften.
•
Ervoor zorgen dat de omgevingstemperatuur door
een warmtebron boven -10°C wordt gehouden.
•
Vóór het Autotune-proces de parameters P1-07,
P1-08 en P1-09 volgens de gegevens op het
motortypeplaatje instellen.
•
Autotune-proces starten door P4-02 = "1" in te
stellen.
Technische handleiding – MOVIFIT
®
basic