Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Steekproeven Voor Trigger - Danfoss VLT Automationdrive FC 300 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT Automationdrive FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

FC 300 Design Guide
16-10 Verm. [kW]
16-11 Verm. [pk]
16-12 Motorspanning
16-13 Frequentie
16-14 Motorstroom
16-16 Koppel
16-17 Snelh. [TPM]
16-18 Motor therm.
16-30 DC-aansluitsp.
16-32 Remenergie/s
16-33 Remenergie/2 min
16-34 Temp. koellich.
16-35 Inverter therm.
16-50 Externe referentie
16-51 Pulsreferentie
16-52 Terugk. [Eenh]
16-60 Dig. ingang
16-62 Anal. ingang 53
16-64 Anal. ingang 54
16-65 Anal. uitgang 42 [mA]
16-66 Dig. uitgang [bin]
16-90 Alarmwoord
16-92 Waarsch.-wrd
16-94 Uitgebr. statusw.
Functie:
Deze parameter bepaalt welke variabele
wordt gelogd.
15-11 Loginterval
Bereik:
1-86400000 ms
Functie:
Selecteer het interval in milliseconden tussen
alle steekproeven van de variabele.
15-12 Triggergebeurt.
Optie:
*FALSE
TRUE
Actief
Binnen bereik
Op referentie
Koppelbegr.
Stroombegr.
Buiten stroombereik
Onder I, laag
Boven I, hoog
Buiten snelh.-bereik
Onder snelh., laag
Boven snelh., hoog
Buiten terugk.-bereik
Onder terugk. laag
*
standaardinstelling( )
218
Programmeren
*
1 ms
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Boven terugk. hoog
Therm. waarsch.
Netsp. buiten bereik
Omkeren
Waarsch.
Alarm (uitsch.)
Alarm (uitsch & blok)
Comparator 0
Comparator 1
Comparator 2
Comparator 3
Log. regel 0
Log. regel 1
Log. regel 2
Log. regel 3
Digitale ingang DI18
Digitale ingang DI19
Digitale ingang DI27
Digitale ingang DI29
Digitale ingang DI32
Digitale ingang DI33
Functie:
Selecteer de triggergebeurtenis. Als er een
gebeurtenis plaatsvindt, wordt een periode
toegepast om de log vast te leggen. Hierna
bevat het een geprogrammeerd aantal
steekproeven voor en na het optreden van de
triggergebeurtenis (par. 15-14).
15-13 Logmodus
Optie:
*
Altijd loggen
1x loggen na trigger
Functie:
Stel in of het loggen continu (Altijd loggen) moet
plaatsvinden of conditioneel moet worden gestart en
gestopt (1x loggen na trigger) (par. 15-12 en 15-14).

15-14 Steekproeven voor trigger

Bereik:
0-100 NVT
Functie:
Specificeer het percentage van alle steekproeven
die worden gelogd voor de triggergebeurtenis.
15-2* Historische log
"
Het is mogelijk om maximaal 50 datalogs te
bekijken via deze arrayparameters. [0] is de
laatste log en [49] de oudste. Elke keer dat
er een gebeurtenis optreedt (niet te verwarren
met SLC-gebeurtenissen) wordt een datalog
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[33]
[34]
[35]
[36]
[37]
[38]
[0]
[1]
*
50 NVT

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave