Danfoss VLT Automationdrive FC 300 Handleiding pagina 176
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT Automationdrive FC 300:
- Programmeerhandleiding (233 pagina's) ,
- Handleiding (191 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (143 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
FC 300 Design Guide
5-15 Klem 33 digitale ingang
*
Niet in bedrijf
Teller A (omhoog)
Teller A (omlaag)
Teller B (omhoog)
Teller B (omlaag)
Functie:
De opties [60], [61], [63] en [64] zijn extra
functies. De teller-functie wordt gebruikt bij
Smart Logic Control-functies.
5-3* Dig. uitgangen
"
De 2 halfgeleidende digitale uitgangen zijn
gemeenschappelijk voor klemmen 27 en 29. Stel
de I/O-functie voor klem 27 in par. 5-01 in en stel
de I/O-functie voor klem 29 in par. 5-02 in.
Deze parameters kunnen niet worden ingesteld
terwijl de motor loopt.
Niet in bedrijf
Besturing gereed
Omv. gereed
Omv. gereed/extern
Insch./geen waarsch.
VLT actief
Draaien/gn wsch.
Binnen ber./gn wsch.
Volg. ref./gn wsch.
Alarm
Alarm of waarsch.
Op koppelbegr.
Buiten stroombereik
Onder stroom, laag
Boven stroom, hoog
Buiten snelh.-bereik
Onder snelh., laag
Boven snelh., hoog
Therm. waarsch.
Gereed, therm. ok
Ext., gereed, gn therm.
Gereed, spann. ok
Omkeren
Bus ok
Koppelbegr. & stop
Rem, geen waarsch.
Rem klaar, geen fout
Remfout (IGBT)
Relais 123
Mech. rembesturing
Veilige stop actief
Comparator 0
Comparator 1
Comparator 2
Comparator 3
Log. regel 0
Log. regel 1
Log. regel 2
*
standaardinstelling( )
176
Programmeren
[0]
[60]
[61]
[63]
[64]
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
[32]
[33]
[60]
[61]
[62]
[63]
[70]
[71]
[72]
display-tekst
[ ]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.33.B4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Log. regel 3
SL dig. uitgang A
SL dig. uitgang B
SL dig. uitgang C
SL dig. uitgang D
SL dig. uitgang E
SL dig. uitgang F
Lokale ref. actief
Externe ref. actief
Geen alarm
Startcomm. actief
Omgekeerd draaien
Omv. in handmodus
Omv. in automodus
De digitale uitgangen kunnen voor de volgende
functies worden ingesteld:
Niet in bedrijf
[0]: standaard voor alle
•
digitale uitgangen en relaisuitgangen
Besturing gereed
[1]: de stuurkaart
•
krijgt voedingsspanning.
Omv. gereed
[2]: de frequentieomvormer
•
is gereed en geeft een voedingssignaal
aan de stuurkaart.
Omv. gereed/extern
•
frequentieomvormer is gereed en staat
in de Auto-Aanmodus.
Insch./geen waarsch.
•
frequentieomvormer is klaar voor gebruik.
Er is geen start- of stopopdracht gegeven
(start/uitsch). Er zijn geen waarschuwingen.
VLT actief
[5]: de motor loopt.
•
Actief/geen waarsch.
•
uitgangssnelheid is hoger dan de snelheid
die is ingesteld in par. 1-81. De motor loopt
en er zijn geen waarschuwingen.
Binnen ber./gn wsch.
•
geprogrammeerde stroom/frequentiebereiken
die zijn ingesteld in par. 4-50 tot par. 4-53.
Volg. ref./gn wsch.
•
snelheid komt overeen met de referentie.
Alarm
[9]: een alarm activeert de uitgang.
•
•
Alarm of waarsch.
waarschuwing activeert de uitgang.
Op koppelbegr.
[11]: de koppelbegrenzing
•
die is ingesteld in par. 4-16 of par. 1-17,
wordt overschreden.
•
Buiten stroombereik
ligt buiten het bereik dat is ingesteld in par. 4-18.
Onder stroom, laag
•
is lager dan is ingesteld in par. 4-50.
Boven stroom, hoog
•
is hoger dan is ingesteld in par. 4-51.
Buiten snelh.-bereik [15]
•
[73]
[80]
[81]
[82]
[83]
[84]
[85]
[120]
[121]
[122]
[123]
[124]
[125]
[126]
[3]: de
[4]: de
[6]: de
[7]: loopt binnen de
[8]: de mechanische
[10]: een alarm of een
[12]: de motorstroom
[13]: de motorstroom
[14]: de motorstroom
Advertenties
Inhoudsopgave
