Parameters: Speciale Functies - Danfoss VLT Automationdrive FC 300 Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT Automationdrive FC 300:
- Programmeerhandleiding (233 pagina's) ,
- Handleiding (191 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (143 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
FC 300 Design Guide
Parameters: Speciale functies
"
14-0* Inverterschakeling
"
14-00 Schakelpatroon
Optie:
60 AVM
*
SFAVM
Functie:
Keuze tussen twee verschillende schakelpatronen:
60° AVM en SFAVM.
14-01 Schakelfrequentie
Optie:
2,0 kHz
2,5 kHz
3,0 kHz
3,5 kHz
4,0 kHz
*
5,0 kHz
6,0 kHz
7,0 kHz
8,0 kHz
10,0 kHz
12,0 kHz
14,0 kHz
16,0 kHz
Functie:
Bepaalt de schakelfrequentie van de
inverter. De akoestische ruis van de motor
kan worden geminimaliseerd door de
schakelfrequentie te wijzigen.
NB!:
De uitgangsfrequentiewaarde van
de frequentieomvormer mag nooit
een waarde hebben die hoger is dan
1/10 van de schakelfrequentie.
Pas, terwijl de motor draait, de schakelfrequentie
in parameter 4-11 aan, totdat de motor zo
weinig mogelijk lawaai maakt. Zie ook par.
14-00 en het gedeelte Reductie.
NB!:
Schakelfrequenties van meer dan 5,0
kHz leiden tot automatische reductie
van het maximale uitgangsvermogen
van de frequentieomvormer.
*
standaardinstelling( )
Programmeren
[0]
[1]
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
14-03 Overmodulatie
Optie:
Uit
*
Aan
Functie:
Deze parameter maakt aansluiting van de overmod-
ulatiefunctie voor de uitgangsspanning mogelijk.
Uit betekent dat er geen overmodulatie van
de uitgangsspanning is en dat koppelrimpels
op de motoras worden vermeden. Dit kan bv.
nuttig zijn bij schuurmachines.
Aan betekent dat er een uitgangsspanning
kan worden verkregen die hoger is dan de
voedingsspanning (tot 15 %).
14-04 PWM Random
Optie:
*
Uit
Aan
Functie:
De hoorbare motorschakeling kan worden
gewijzigd van een heldere beltoon tot een minder
opvallende "witte" ruis door op willekeurige wijze
het synchronisme van de door de pulsbreedte
gemoduleerde uitgangsfasen iets te wijzigen.
14-1* Netsp. Aan/Uit
"
Parameters voor het configureren van het
bewaken/omgaan met netstoringen.
14-10 Netstoring
Optie:
*
Geen functie
Gecontroleerde alarmonderdrukking
Functie:
Deze parameter informeert de eenheid over de te
ondernemen actie wanneer de netspanning onder
de grens daalt die is ingesteld in par. 14-11.
Selecteer *Geen functie [0] (standaardinstelling)
indien deze functie niet vereist is.
Gecontroleerde alarmonderdrukking [5] -
onderdrukt het "onderspanningsalarm" en de
"onderspanningswaarschuwing".
14-11 Netspanning bij netfout
Bereik:
180 - 600 V
Functie:
Deze parameter definieert het AC-spanningsniveau
van de functie die is geselecteerd in par. 14-10.
[0]
[1]
[0]
[1]
[0]
[5]
*
342V
213
Advertenties
Inhoudsopgave
