FC 300 Design Guide
Par. 4-19 kan niet worden gewijzigd terwijl
de motor loopt.
4-5* Aanp. waarsch.
"
Aan te passen waarschuwingsbegrenzingen voor
stroom, snelheid, referentie en terugkoppeling.
De waarschuwingen worden weergegeven op het
display, geprogrammeerde uitgang of seriële bus.
4-50 Waarschuwing stroom laag
Bereik:
0,00 - par. 4-51 A
Functie:
Wanneer de motorstroom onder de begrenzing I
zakt, verschijnt op het display de melding CURRENT
LOW (STROOM LAAG). De signaaluitgangen
kunnen worden geprogrammeerd voor het
overbrengen van een statussignaal via klem 27
of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.
4-51 Waarschuwing stroom hoog
Bereik:
Par. 4-50 - par. 16-37 A
Functie:
Wanneer de motorstroom hoger wordt dan de
begrenzing (I
), verschijnt op het display de
HIGH
melding CURRENT HIGH (STROOM HOOG). De
signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het overbrengen van een statussignaal via
klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.
4-52 Waarschuwing snelheid laag
Bereik:
0 - par. 4-53 TPM
*
standaardinstelling( )
Programmeren
*
0,00A
*
par. 16-37 A
*
0TPM
waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
display-tekst
[ ]
MG.33.B4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Wanneer de motorsnelheid onder de begrenzing
n
zakt, verschijnt op het display de melding
LOW
SPEED LOW (SNELHEID LAAG). De signaaluitgangen
kunnen worden geprogrammeerd voor het
overbrengen van een statussignaal via klem 27 of 29
en via relaisuitgang 01 of 02.Het signaal voor de lage
begrenzing van de motorsnelheid n
geprogrammeerd binnen het normale werkbereik
van de frequentieomvormer. Zie tekening.
4-53 Waarschuwing snelheid hoog
Bereik:
Par. 4-52 - par. 4-13 TPM
Functie:
Wanneer de motorsnelheid hoger wordt dan de
begrenzing n
HIGH
melding SPEED HIGH (SNELHEID HOOG). De
signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het overbrengen van een statussignaal via klem
27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.Het signaal
voor de hoge begrenzing van de motorsnelheid
n
moet worden geprogrammeerd binnen het
HIGH
normale werkbereik van de frequentieomvormer.
4-54 Waarsch: referentie laag
Bereik:
-999999.999 - 999999.999
Functie:
Als de huidige referentie lager is dan deze
begrenzing geeft het display Ref laag aan. De
LOW
signaaluitgangen kunnen geprogrammeerd worden
om een statussignaal te geven via de digitale
uitgangen en de relaisuitgangen.
4-55 Waarsch: referentie hoog
Bereik:
-999999.999 - 999999.999
Functie:
Als de huidige referentie hoger is dan deze
begrenzing geeft het display Ref hoog aan. De
signaaluitgangen kunnen geprogrammeerd worden
om een statussignaal te geven via de digitale
uitgangen en de relaisuitgangen.
4-56 Waarsch: terugk. laag
Bereik:
-999999.999 - 999999.999
Functie:
Als de terugkoppeling lager is dan deze begrenzing
geeft het display Terugk. laag aan. De
moet worden
LOW
*
par. 4-13 TPM
, verschijnt op het display de
*
-999999.999
*
999999.999
*
-999999.999
171